Dat blijkt uit een dinsdag naar buiten gebracht onderzoek door Motivaction in opdracht van uitgeverij Malmberg. Meer dan 80 procent van de scholieren gebruikt internet bij het zoeken naar informatie. Slechts 4 procent gebruikt hiervoor boeken uit de bibliotheek.De betrouwbaarheid van de informatie wordt nauwelijks gecheckt. Bijna de helft van de jongeren denkt dat alles wat op internet staat, klopt. Zo’n 40 procent heeft geen zin om te checken. Als een site er betrouwbaar uitziet, is dat voor een op de vijf leerlingen reden om niet verder te kijken.

De meerderheid van de scholieren die de gegevens wel checkt, doet dat ook via internet. Zij gaan na of meerdere websites dezelfde informatie melden.

De scholieren vinden internet de snelste manier om iets op te zoeken. Ze krijgen ongeveer een of twee opdrachten per maand waarbij ze internet gebruiken. Dat gebeurt het vaakst bij Nederlands, geschiedenis en aardrijkskunde.

Uit het onderzoek blijkt ook dat het zoekgedrag van de jeugd te wensen overlaat. Jongeren verdwalen in de hoeveelheid links en bronnen die zoekmachines aanleveren. Ze krijgen te veel informatie en weten niet welke de juiste is. Een op de vijf jongeren heeft moeite met het vinden van goede zoektermen.

Het feit dat veel jongeren het beoordelen van relevante bronnen lastig vinden, is met name voor docenten in het voortgezet onderwijs een probleem, stelt Malmberg. „Docenten moeten steeds meer moeite doen om schoolopdrachten op betrouwbaarheid te controleren.”

Malmberg lanceert daarom in augustus Studiehulp. Met deze multimediale internetbibliotheek voor het voortgezet onderwijs zijn de meest betrouwbare en bruikbare bronnen gebundeld. Daarbinnen kunnen scholieren op een verantwoorde manier zoeken.