Ware vrijheid in gebondenheid aan Gods Woord
WOERDEN - „Je bezatten in een keet op zaterdagavond is losbandigheid. De ware vrijheid bestaat in gebondenheid aan Gods Woord.” Dat zei ds. W. Visscher, predikant van de gereformeerde gemeente van Amersfoort, maandagavond te Woerden.
Hij sprak in een volle Bethlehemkerk tijdens een door de plaatselijke jeugdvereniging Augustinus georganiseerd Paasappel. Thema van het appel was ”Leven”. Ds. Visscher sprak over ”Leven in vrijheid”, terwijl E. van Hell, directeur van de stichting Ontmoeting, sprak over ”Leven in gebondenheid”.Ds. Visscher is blij met de vrijheid in ons land. Hij wees erop dat we leven in een van de meest bevoorrechte delen van de aarde. Beledigen en kwetsen is misbruik maken van die vrijheid, aldus de predikant. Hetzelfde geldt voor de onverschilligheid van kerkelijke mensen die menen dat ze zelf mogen weten wat ze doen. Hij ziet de vrijheid bedreigd door een overheid die steeds verder verwijderd raakt van het christelijk erfgoed, maar ook door christenen die nonchalant met hun vrijheden omgaan.
De Amersfoortse predikant noemde de ongeremde vrijheid die satan biedt een schijnvrijheid. Hij lichtte dat toe met het voorbeeld van een Engelse dokter in Londen die de gevolgen van die ”vrijheid” tegenkwam: jonge kinderen die verslaafd zijn aan alcohol en meisjes van dertien die geprostitueerd worden. „Die vrijheid van ”Je mag doen wat je wilt”, is slavernij van de duivel. De echte vrijheid bestaat in gebondenheid aan de Bijbel. Je bezatten in een keet op zaterdagavond is losbandigheid. Dat heeft niets met echte vrijheid te maken.”
De ware vrijheid, is aldus ds. Visscher, de geestelijke vrijheid. Hij vertelde dat hij enige weken iemand had meegemaakt die voor de poorten van de dood lag en die die vrijheid kende. „Hij wist dat de Heere Jezus plaats voor hem bereid had. Hij kon en wilde sterven om eeuwig te erven.”
E. van Hell vertelde dat hij kortgeleden, toen hij in een gevangenis was, iemand in een isoleercel hoorde smeken: „Meneer, help me, het is hier geen leven.” Hij gebruikte dat beeld om aan te geven dat iedereen die Christus niet kent er geestelijk eigenlijk net zo aan toe is. De mensen vrolijken slechts hun leven op met materialisme, verdovende middelen, pornografie, godsdienstigheid of redeneringen. „Als Christus in je leven komt, leef je in gebondenheid aan Hem. Al het andere leven is sterven in gebondenheid.”
De directeur van stichting Ontmoeting adviseerde jongeren die Christus niet kenden het gebed te bidden van Psalm 142: „Voer mij uit mijn gevangenis.”
Van Hell zag geweldige mogelijkheden voor mensen die verbonden zijn aan Christus. „Er zijn kansen om in deze samenleving iets uit te dragen. In drie jaar tijd is het aantal werknemers van Ontmoeting van 25 gestegen naar 60. Die mogelijkheden biedt de overheid op dit moment.”
Forumleider L. A. Kroon vroeg na de pauze of de opvattingen van ds. Visscher en Van Hell over de overheid niet op gespannen voet met elkaar staan. Ds. Visscher legde uit dat de hoofdlijn van de overheid bedreigend is voor christenen. Als voorbeeld noemde hij het inhouden van de subsidie aan de Jeugdbond van de Gereformeerde Gemeenten en de stopzetting van de subsidie aan het Partijbureau van de SGP.
Verder wees hij op de vrijheid van onderwijs die steeds meer onder druk komt te staan. Tegelijkertijd zijn er mogelijkheden op sommige gebieden, waar de overheid hulp van christelijke stichtingen dankbaar verwelkomt, zoals gebeurt met de opvang van dak- en thuislozen. Dat is echter geen hoofdlijn, aldus ds. Visscher. Van Hell bestreed diens mening niet.
De Amersfoortse predikant vond dat er een groot verschil is tussen een verjaardag vieren en een keet bezoeken, ook al wordt er in beide gevallen niet over God gepraat. „Op een verjaardag kan het gezellig zijn en kunnen jongeren op een positieve manier bij elkaar zijn. In een keet hoor je niet thuis. Daar worden allerlei dingen gedaan die in strijd zijn met Gods geboden, zoals het afspelen van dvd’s, het drinken van bier en het tappen van vieze moppen. Daar kom je op het terrein van de satan.”
Van Hell ging in op een vraag over verslaving. Hij zei dat het kwaad langzaam begint en dat het op zeker moment hard toeneemt. Hij vroeg degenen die verslaafd waren of dreigden te raken de rem er zo vroeg mogelijk op te zetten door te bidden, te vechten tegen de verleiding en door zo snel mogelijk professionele hulp in te schakelen. „Alleen in Gods kracht kan de overwinning behaald worden.”