„Late boeren” blijven vernieuwen
De boerderij bestaat al sinds 1950, eerst voornamelijk als akkerbouwbedrijf. Melkkoeien kwamen er later bij, plus een kaasmakerij. De zuivelwinkel was een logische stap en ook het eigen brood bleef niet achter. De Middelburgse familie Kwekkeboom –„wij zijn late boeren”– moet nog een weekje wachten om te horen of doorlopend vernieuwen goed is voor de titel ”Agrarisch Ondernemer 2001”.
De verkiezing, een initiatief van onder meer het Agrarisch Dagblad, werd eerder dit jaar twee keer uitgesteld in verband met de mond– en klauwzeercrisis. Volgende week woensdag zal minister Brinkhorst van Landbouw in Zeist dan toch een winnaar bekendmaken. Er zijn vijf genomineerden, waaronder het bedrijf van de familie Kwekkeboom. De Zeeuwse onderneming is vorig jaar door drie dochters –Marja, Annelies en Els– van hun vader en moeder overgenomen. Die laatsten draaien overigens nog volop mee. „Ik geef gevraagd én ongevraagd advies”, grapt Jan Kwekkeboom.
Meneertje
Veel tijd voor een rondleiding is er volgens hem niet. „De aardappels moeten eruit en dat valt vies tegen.” En die nominatie dan? „Nou ja, je moet begrijpen dat we onszelf niet hebben voorgedragen.” Kwekkebooms opstelling verraadt een karakter van hard werken en ’doe maar gewoon, dan doe je gek genoeg’. Stiekem is hij toch een beetje trots. „Ja, ik ga wel mee naar Zeist.” Of–ie een praatje met minister Brinkhorst maakt, staat nog te bezien. „Dat meneertje is gladder dan wij.”
Kaasboerderij Schellach is de officiële naam van het ruim 85 hectare grote gemengde bedrijf. De Kwekkebooms houden tachtig stuks melkkoeien plus wat jong– en slachtvee. Het bouwplan vermeldt consumptieaardappelen, bieten, uien, maïs en granen. Dat graan wordt zonder kunstmest en bestrijdingsmiddelen geteeld en is bestemd voor de bakker. Els Kwekkeboom: „Het graan wordt nog echt tussen stenen gemalen bij een molenaar in Biggekerke. Daarna gaat het naar een bakker in Vrouwenpolder die er brood voor onze winkel van bakt.” Het eindproduct ligt onder meer onder de naam Boerenlandbrood (met of zonder verbeteraars) in de schappen.
Die winkel is een bezienswaardigheid op zich. Uit de eigen kaasmakerij –in bedrijf sinds 1980– komen zo’n 25 verschillende soorten kaas. Samen met de karnemelk en de boter, het brood en verschillende streekproducten –waaronder bier, jam, dessertsaus en appelsap– van collega–boeren is het volgens Els mogelijk een „uitgebreide lunch” samen te stellen.
Het assortiment leent zich ook voor andere activiteiten, zoals geschenkpakketjes. Aan het eind van deze maand organiseren de Kwekkebooms zelfs een kerstpakkettenshow. Met name wat grotere bedrijven op Walcheren en Zuid–Beveland tonen interesse. „Die zijn een beetje uitgekeken op kant–en–klaarbakken, waar veel spullen in zitten die je toch niet gebruikt”, aldus Els.
Vleeswaren ontbreken in de winkel. Op het eerste gezicht althans. Zo eens in de zes weken wordt er een koe geslacht. Els: „Gegadigden kunnen inschrijven voor vleespakketten.” Een deel van de klanten vindt het maar „een luguber idee”, maar er zijn mensen die vooraf naar het te slachten dier komen kijken. Els: „Die willen weten waar hun vlees vandaan komt.”
Aus Aachen
Op het erf zit een Duits echtpaar. „Möller aus Aachen.” De man en vrouw zijn op vakantie in Oostkapelle. Ze komen al jaren naar Schellach, op de fiets. Daar nemen ze een broodje kaas en een glas karnemelk, rusten uit op het terras en peddelen met wat inkopen terug naar hun vakantieverblijf. „Alles is hier zo schoon”, vindt mevrouw. En de bediening in de winkel is top, dat zijn ze in Duitsland niet gewend.
Els bevestigt dat ze meer dan gemiddeld aandacht besteedt aan de winkel. „Er staan altijd twee tot drie mensen achter de toonbank. Wij proberen echt de tijd te nemen voor de klant. Hier kunnen ze wat ons betreft een praatje maken. Dat kan in de supermarkt niet meer.”
Na de uitbraak van mond– en klauwzeer eerder dit jaar was bezoek door derden aan de boerderij –en dus aan de winkel– een paar weken taboe. De Kwekkebooms slaagden erin een leegstaande slagerij in Middelburg als vervangend verkooppunt in te richten. „Dat was op zich een ervaring, maar we waren blij dat we weer vanuit Schellach konden verkopen”, kijkt Els terug. Een boer in de stad, dat gaat niet zo gemakkelijk. „Mensen kwamen soms binnen zonder iets te kopen. Dat is voor ons ondenkbaar. Of ze kwamen voor een paar plakjes kaas. Hier zetten we kilo’s tegelijk af. En bij warm weer kon het gebeuren dat er de hele dag nauwelijks iemand kwam. Op de boerderij loopt het altíjd door.”
Geitenkaas
De tachtig koeien produceren jaarlijks zo’n 600.000 liter melk. Het melken is een taak van vader en moeder Kwekkeboom, al dan niet met assistentie van kinderen of personeel. Heel vroeg komt de familie niet uit de veren. „Voor boerenbegrippen althans. Wij melken om 7.00 uur en zijn daarmee zogenaamde late boeren”, aldus Els.
Ongeveer 500.000 liter melk wordt in de eigen kaasmakerij verwerkt, wat al gauw 50.000 kilo kaas per jaar oplevert. Omdat een ondernemer niet graag nee verkoopt, betrekken de Kwekkebooms oude en geitenkaas van een handelaar uit Zuid–Holland. „Maar het houdt een keer op”, vindt Els. „We kunnen niet alles.”
Klanten en andere belangstellenden kunnen op Schellach een rondleiding krijgen, tot in de schuren met vee toe. Dat is na de mkz–crisis niet veranderd. Els: „We vragen wel aan de mensen of ze recent nog in Engeland zijn geweest.” In de kaasopslag, de kaasmakerij en de stallen krijgen bezoekers uitleg over het reilen en zeilen van het boerenbedrijf. In een van de bijgebouwen is zelfs een diaruimte ingericht. Een kleine expositie met oude landbouwwerktuigen groeit gestaag. Els: „In juli en augustus, drukke toeristische maanden in Zeeland, organiseren we elke dinsdagavond iets. En er is altijd een proeverij.”
Gehuurde bus
De nominatie voor Agrarisch Ondernemer 2001 bracht heel wat met zich mee. Annelies Kwekkeboom: „De jury vraagt letterlijk alles. Zelfs de accountantsrapporten moeten op tafel.” Of de familie al een bestemming heeft gevonden voor de hoofdprijs van 25.000 gulden? Wat een vraag. Annelies: „De andere genomineerde bedrijven zijn ook bijzonder. Wij rekenen nergens op.” Een dagje uit met de hele club (familie Kwekkeboom, drie vaste krachten en negen parttimers) zit er in ieder geval wel in. In een gehuurde bus naar Zeist. Dat is geen vanzelfsprekendheid op een boerderij. Annelies: „Zelfs de winkel gaat dicht. Dat is nog nooit vertoond. Nou ja, met de mkz dan.”