Vermoorde Afghaanse vice-president begraven
De zaterdag op klaarlichte dag in Kabul vermoorde Afghaanse vice-president Abdul Qadir is in zijn bolwerk Jalalabad, de hoofdstad van de provincie Nangarhar, met militaire eer begraven. Naar schatting 10.000 mensen volgden zijn kist van de Witte Moskee naar de begraafplaats.
In de Oost-Afghaanse stad waren zeer strenge veiligheidsmaatregelen getroffen om de begrafenis zonder problemen te laten verlopen. De regering in Kabul heeft dinsdag uitgeroepen tot dag van nationale rouw.
Voordat Qadir naar Jalalabad werden overgebracht lag hij opgebaard in de Eid Gah-moskee in Kabul, waar vele duizenden Afghanen hem de laatste eer kwamen bewijzen. In de omgeving van de moskee patrouilleerden honderden militairen van het Afghaanse leger en van de internationale troepenmacht. Helikopters van de internationale troepenmacht cirkelden boven de moskee.
Qadir, een van de Pathanen in de regering van president Hamid Karzai, werd zaterdag door twee onbekende schutters in zijn auto doodgeschoten, samen met zijn schoonzoon, die werkzaam was als zijn chauffeur. De aanslag werd gepleegd voor de deur van het ministerie van Openbare Werken. Behalve vice-premier was Qadir ook minister van Openbare Werken, gouverneur van de provincie Nangarhar, krijgsheer en drugsbaron. In elke hoedanigheid kan hij vijanden hebben gehad die hem naar het leven stonden.
De beide daders wisten in een witte vluchtauto te ontkomen. De verantwoordelijkheid voor de aanslag is niet opgeëist. De daders losten ongeveer 36 schoten. Tien bewakers, die nog waren benoemd door Qadirs voorganger als minister van Openbare Werken, zijn gearresteerd. Het hoofd van de beveiliging van het ministerie van Binnenlandse Zaken, generaal Deen Mohammad Jurat, is ervan overtuigd dat de bewakers met de moord te maken hadden, omdat zij die op enkele meters afstand gadesloegen zonder in te grijpen.
De regering legde de verantwoordelijkheid bij „terroristen” en zei dat een speciale commissie is belast met het onderzoek naar de moordaanslag. Woordvoerder Omar Samad van het ministerie van Buitenlandse Zaken sprak van een terreuractie, uitgevoerd door „vijanden van de staat die geen vrede in ons land willen.” Mogelijk houdt de aanslag verband met een aloude stammenstrijd of is deze het werk van strijders van het oude Taliban-bewind of het terreurnetwerk al-Qaida. President Karzai belegde zaterdag een spoedvergadering van zijn kabinet en betuigde zijn verdriet over het verlies van „een grote patriot en held van de natie.”
Qadir was een van de belangrijke rebellenleiders ten tijde van de Sovjetbezetting. Later sloot hij zich, als een van de weinige Pathaanse leiders, aan bij de door Tadzjieken en Oezbeken gedomineerde Noordelijke Alliantie, die de strijd had aangebonden met het Taliban-regime. Qadir was naast Karzai de prominentste Pathaan in de Afghaanse regering.
De moordaanslag op Qadir doet vrezen voor de toekomst van Afghanistan. De kans bestaat dat Qadirs dood zal leiden tot onrust in het aan Pakistan grenzende Nangarhar en de pogingen van de regering-Karzai om haar autoriteit ook buiten Kabul te laten gelden, zal frustreren. Nangarhar, waar veel papaver wordt verbouwd, is een van de welvarendste provincies van Afghanistan.
De Amerikaanse regering haastte zich zaterdag haar steun uit te spreken voor de regering-Karzai. „We zijn vastbeslotener dan ooit om stabiliteit in het land te brengen zodat het Afghaanse volk vrede en hoop kan hebben”, aldus de Amerikaanse president, George Bush. Richard Boucher, de woordvoerder van het ministerie van Buitenlandse Zaken in Washington, zei dat de moordaanslag er niet toe mag leiden dat het pad van wederopbouw wordt verlaten.
Enkele Amerikaanse senatoren riepen op tot een actieve rol van de VS in de beveiliging van Afghanistan. „Deze (Afghaanse) regering en onze inspanningen kunnen teniet worden gedaan als we geen gepaste investeringen doen in manschappen en middelen”, aldus de Republikeinse senator Chuck Hagel.
De Britse minister van Buitenlandse Zaken, Jack Straw, zei dat de hele internationale gemeenschap achter het Afghaanse volk staat in zijn vastberaden streven om het land weer op te bouwen en zich niet door terrorisme van dat voornemen af te laten brengen. „Wij kunnen niet toestaan dat terrorisme Afghanistan afleidt van het pad naar vrede en voorspoed”, aldus Straw.
Qadir is het tweede kabinetslid dat dit jaar in Afghanistan is vermoord. In februari werd minister van Luchtvaart en Toerisme Abdul Rahman op het vliegveld van Kabul gedood. Die moord is nooit opgehelderd. In april werd een bomaanslag gepleegd tegen minister van Defensie Fahim, die de aanslag echter overleefde.
De Verenigde Staten overwegen militairen te stationeren in het gebied waar het Amerikaanse leger vorige week per abuis bommen gooide op een plaats waar een bruiloftsfeest werd gevierd. De soldaten zouden de veiligheid in het gebied kunnen vergroten en zo een bijdrage leveren tot ontwikkeling van de regio.
Dat zei de Amerikaanse commandant Dan McNeill zondag tijdens een bezoek aan de plaats Kakarak in de provincie Uruzgan. Daar kwamen een week geleden 48 mensen om bij de Amerikaanse aanval, onder wie 25 bruiloftsgangers. Het foutieve bombardement heeft de Amerikaans-Afghaanse betrekkingen onder spanning gezet.
Ook in Washington gaan er stemmen op de militaire rol van de VS in Afghanistan te vergroten. De moordaanslag op vice-president Abdul Qadir heeft duidelijk gemaakt dat het land nog niet veilig is. Een sterkere rol van de Amerikanen moet voorkomen dat het land een terugval maakt naar de tijden met veel geweld en moet de centrale regering van president Hamid Karzai sterker maken, zei de Democratische senator Bob Graham, de voorzitter van de inlichtingendienst van de Senaat.
De 7000 Amerikaanse soldaten zouden zich in de toekomst meer moeten concentreren op raad en steun aan de Afghaanse regering en een kleinere militaire rol moeten spelen. „Militair gezien is de oorlog voorlopig voorbij”, aldus een hoge Amerikaanse officier in de Washington Post. Amerikaanse troepen zouden evenwel nog jaren nodig zijn.
Een ander probleem is de situatie in Pakistan, waar vermoedelijk veel Taliban- en al-Qaida-leden naartoe zijn gevlucht. Militair strategen pleiten voor een verhoogde Amerikaanse aanwezigheid in de grensregio tussen Afghanistan en Pakistan. Een dergelijke zet zou echter nadelig zijn voor de stabiliteit van de Pakistaanse regering, die wegens de steun aan de Amerikaanse strijd tegen het terrorisme tegenwind krijgt van de bevolking.
Twee Franse vredessoldaten zijn zaterdag ernstig gewond geraakt toen er bij de luchthaven van de Afghaanse hoofdstad Kabul een mijn ontplofte. De twee, die gewond raakten aan hoofd en handen, waren bezig mijnen te ruimen. Ze zijn zondag naar Frankrijk gevlogen.
Sinds april zijn er meer dan 800 onontplofte mijnen geruimd in de omgeving van de luchthaven. Er liggen er nog altijd duizenden. De meeste mijnen zijn in de jaren ’80 gelegd door de Sovjets.