Een opfrisser binnen drie jaar is in de levenscyclus van een BMW aan de vlotte kant. Meestal gaat een modellijn bij de Beierse fabrikant een jaartje of zeven mee en krijgt een exemplaar pas na een jaar of vier een facelift om de laatste jaren van de cyclus op niveau te kunnen uitzingen.

De auto’s uit de 3-serie waren en zijn weliswaar topklasse, maar kregen de afgelopen twee jaar met geduchte concurrentie te maken. Mercedes-Benz kwam met een nieuwe C-klasse, Audi verving de A4 door een nieuwe editie en Volvo lanceerde de S60, die inmiddels een stevige voet aan de grond heeft gekregen in het middenklassesegment. BMW voelde de hete adem van zijn uitdagers in de nek en nam de enige juiste beslissing. De facelift is een inhaalsprint om weer bij de kopgroep te komen.

Een opfrisbeurt mag nooit onopgemerkt blijven. Reden voor BMW om het koetswerk op details aan te passen. Zo kreeg de 3-serie nieuwe bumpers en werd de frontpartij gerestyled, waardoor de neus trekken van de nieuwe 7-serie vertoont. Het resultaat is beschaafd, al zal niet iedereen de aanpassingen als een verbetering zien. Verder monteerde BMW nieuwe achterlichtcompartimenten, waarmee de achterzijde van de BMW af is.

Valvetronic
Onderhuids veranderde er meer. BMW gaat de vernieuwde 3-serie leveren met vier nieuwe viercilinder motoren. De exemplaren met zescilinderkrachtbronnen zijn ongewijzigd, maar de basis werd wel stevig aangepakt. De BMW 316i wordt begin volgend jaar leverbaar met de 1,8 liter Valvetronic zestienklepper uit de BMW-3-serie Compact. Deze machine is goed voor een maximumvermogen van 85 kW/115 pk, waarmee de cijfers bijna identiek zijn aan die van het aggregaat dat nu in het vooronder van de 318i arbeidt. Het is dan ook niet verwonderlijk dat de 318i eveneens opgewaardeerd is. Onder de motorkap bevindt zich voortaan een 2,0 liter zestienklepper die goed is voor een maximumvermogen van 105kW/143 pk.

Verder is de krachtbron van de populaire BMW 320d vervangen door een tweetal nieuwe direct ingespoten diesels. Beide meten een cilinderinhoud van 2,0 liter, maar de 318d beschikt over een maximumvermogen van 85 kW/115 pk, terwijl de motor in de 320d voortaan voorzien is van een commonrail-inspuitsysteem en een maximumvermogen van 110 kW/150 pk weet te genereren.

Ander goed nieuws is dat de optioneel leverbare viertraps automatische transmissie vervangen is door de vijftrapsautomaat met Steptronic-functionaliteit, die al gecombineerd kon worden met de zescilindermotoren. Voor de BMW’s 325i en 330i bestaat er voortaan de mogelijkheid de auto te bestellen met een sequentiële manuele transmissie. Achter het stuurwiel worden dan twee ”paddles” gemonteerd waarmee razendsnel kan worden op- en teruggeschakeld. Het systeem kent reeds een lange traditie in de racerij, maar vindt steeds vaker zijn weg naar gewone personenwagens.

Onderstel
BMW zou BMW niet zijn wanneer het onderstel aan de aandacht ontsnapt zou zijn. Om de sportieve aspiraties van BMW te onderstrepen, zijn onderstel en besturing aangepast. Zo zijn de veren en dempers sportiever afgestemd en is tegelijkertijd de elasticiteit van het onderstel gereduceerd. De rubber lagerbussen van het onderstel zijn stijver uitgevoerd, waardoor een verbetering van het bochtgedrag en de koersvastheid gerealiseerd kon worden. De wijzigingen aan de besturing hebben geleid tot een nog directer stuurgedrag, waarbij er van aanslag tot aanslag nog slechts drie omwentelingen nodig zijn. BMW zegt verder de elasticiteit in de stuurinrichting te hebben gereduceerd.

De wijzigingen onderstrepen de positionering die BMW nastreeft. De 3-serie is het sportieve en dynamische alternatief voor meer op comfort georiënteerde auto’s zoals de Audi A4 en de Mercedes C-klasse. De grote vraag is natuurlijk hoe de aanpassingen in de praktijk uitpakken. Om dat vast te stellen werden een hagelnieuwe BMW 318i de sporen gegeven. Tijdens zijn debuut in 1998 bleek de 318i weliswaar prachtig in balans te zijn, maar om de kwaliteiten van het onderstel goed te kunnen benutten was spierkracht van een zescilinder gewenst. De nieuweling daarentegen heeft een forse krachtsontwikkeling doorgemaakt, waardoor er zomaar 25 extra pk’s aangesproken kunnen worden.

Spierballen
De luchtstroom van de nieuwe zestienklepper wordt geregeld door de timing en de lichthoogte van de inlaatkleppen, zodat de traditionele gasklep niet langer nodig is. Een en ander leidt niet alleen tot beter ontwikkelde ’spierballen’, maar tevens tot minder dorst. BMW claimt dat de nieuwe 318i 10 procent minder brandstof verbruikt dan zijn voorganger. Belangrijker is echter dat het nieuwe aandrijfhart gretig oppakt en van de BMW 318i een lekker vlotte auto maakt. De cijfers spreken in dit verband ook duidelijke taal. Een acceleratie vanuit stilstand naar 100 km/h in 9,3 seconden en een topsnelheid van 218 km/u behoeven geen nadere toelichting.

In tegenstelling tot zijn voorganger weet de nieuwe 318i het verlangen naar een zescilinderbenzinemotor goed te onderdrukken. Ook de aanpassingen aan het onderstel stemmen tot tevredenheid. De BMW stuurt strak en gevoelig en ligt als een dijk op de weg. Bij de vorige editie was het optionele sportonderstel de moeite van het overwegen waard, maar voor modeljaar 2002 is deze mogelijkheid alleen voor de echte puristen interessant.

Aanschafprijs
Facelifts kosten geld, hetgeen doorgaans keurig in een hogere aanschafprijs wordt vertaald. De BMW 318i stond voor 66.995 gulden in de prijslijst, maar wisselt voortaan pas vanaf 70.739 gulden van eigenaar. Dat lijkt een forse meerprijs, maar behalve meer vermogen en een beter weggedrag staan daar ook een handbediende airconditioning en een maatje bredere banden tegenover. Als vanouds is ”Der Dreier” behalve in een basisuitvoering tevens als Executive leverbaar. BMW vraagt voor een 318i Executive 76.909 gulden, waarvoor de auto voorzien is van een alarmsysteem, metallic lak, middenarmsteun voorin, parkeersensoren in de achterbumper alsmede van een elektronisch geregelde airconditioning.