Opinie

Catechisatieles afstemmen op jeugd

Veel jonge mensen doen dezer dagen belijdenis. Over het algemeen zijn jongeren minder geïnteresseerd in de leer van de kerk. Toch is het van belang de inhoud van alle drie de belijdenisgeschriften op hen over te dragen. Dat vraagt om een andere manier van catechiseren. In kleinere groepen bijvoorbeeld, stelt W. Wagteveld. Dit artikel is een bewerking van een eerder gehouden lezing voor de Kontaktvereniging van Leerkrachten en Studerenden (KLS).

14 April 2006 10:38Gewijzigd op 14 November 2020 03:39

De persoonlijkheidsvorming van onze jongeren door de moderne media is een sluipend en geruisloos proces. De manier van denken, handelen en de gewetensvorming worden in de omgang met de moderne media negatief beïnvloed. Onze jonge mensen groeien op in een open maatschappij die hen kritisch en mondig maakt.Volgens hedendaagse opvattingen bestaat er geen objectieve waarheid. Het begrip waarheid krijgt een persoonlijke inkleuring en wordt afhankelijk van iemands waarneming. Dit heeft grote gevolgen voor het denken en handelen van onze jongeren in de omgang met Gods Woord.

Daarnaast leiden de veranderingen in de maatschappij ertoe dat de didactische werkvormen in het onderwijs veranderen. Zelfstandig werken, probleemgestuurd onderwijs en competentiegericht leren zijn de nieuwe onderwijsconcepten. De jeugd zal van het klassikaal onderwijs steeds verder vervreemden. De vaardigheid om geconcentreerd te luisteren, neemt gaandeweg af.

Daar komt nog bij dat de digitale beeldcultuur een sterke negatieve invloed op de leescultuur heeft. Het lezen van teksten, zeker als de taal wat minder alledaags is, wordt voor de jongeren steeds moeilijker.

Leer en leven
Het is noodzakelijk om ons af te vragen welke consequenties deze bovengenoemde veranderingen hebben op de kennis van de leer van Gods Woord. De belijdenisgeschriften hebben het in ieder geval zwaar te verduren en zijn volgens veel jongeren, wat betreft taalgebruik en inhoud, verouderd. Bij veel jongeren wordt de belijdenis verbonden met de gereformeerde leer en de leer vinden ze niet zo belangrijk. Daar is volgens hen al zo veel over getwist.

Het gaat volgens hen over het leven en de praktijk. Het gaat er hun meer om wat je er zelf van denkt, wat je eraan beleeft, in plaats van wat er door de eeuwen heen van gevonden is en de beleving is geweest. De jongeren moet je in het algemeen niet vragen naar het verschil tussen werkverbond en genadeverbond, naar het verschil tussen twee en drie verbonden, dubbele predestinatie, algemene verzoening, en zo kan ik nog wel even doorgaan.

Schrikt u daarvan? Ze hebben toch al zo veel jaren onderwijs op de scholen en op catechisatie gehad, zegt u. Jazeker, maar toch! Dit moet ons tot nadenken stemmen.

Catechisatie
De mentaliteitsverandering onder de jongeren en de andere wijze van kennisoverdracht op de scholen zal ook voor de catechese zijn gevolgen dienen te hebben. Wordt er bij ons catechisatieonderwijs in deze tijd wel voldoende rekening gehouden met deze veranderende omstandigheden?

De groepen zijn is bijvoorbeeld vaak zodanig groot, dat persoonlijk contact niet mogelijk is. Het is belangrijk met de catechisanten te spreken over de zaken die hen bezighouden, om tijdig te kunnen bijsturen.

En de belijdeniscatechisanten, zijn die leerstellig voldoende voorbereid om de belijdenis als een gids te hebben die hen leidt, de weg wijst, de gevaren aantoont en hen waarschuwt voor afgronden? Antwoord niet te snel dat het nog wel mee zal vallen, maar laat u door de praktijk overtuigen.

Betrokkenheid en meeleven zijn belangrijke zaken, die de jeugd, te midden van alle twijfels en gevaren, zo hard nodig heeft. Wanneer de jongeren aanvoelen dat wij hen niet begrijpen of er in ieder geval geen moeite voor doen, zijn wij hun vertrouwen reeds verloren en gaan ze hun eigen gang of zien ze om naar andere raadgevers.

Inleven en meeleven met al de vragen en problemen van de jeugd betekent niet dat wij ook mee moeten doen. Om veel jongeren te kunnen bereiken, is het belangrijk op de hoogte te zijn van hun belevingswereld. Natuurlijk staat de onwederstandelijke werking van Gods Geest niets in de weg, maar wij hebben toch in de weg van de middelen rekening te houden met de geldende omstandigheden. Wij moeten de jongeren voorbereiden op de vragen van deze tijd en hun aanwijzen waar de fronten zich bevinden.

Opdracht
Er ligt een ontzaglijke opdracht, ook voor ons als ouders, om de gereformeerde geloofsleer weer te verbinden met de werkelijkheid van onze jongeren. Laten we niet te snel met de beschuldigende vinger naar onze jongeren wijzen. Hoe indringend spreekt ook het Doopformulier in de derde vraag over het onderwijzen in de voorzeide leer. Hoe is het in onze gezinnen met het omgaan met Gods Woord en de daarop gegronde belijdenis? Verstaan wij ten diepste de inhoud van de derde doopvraag: „In de voorzeide leer naar uw vermogen te onderwijzen, te doen en te helpen onderwijzen”?

„Naar úw vermogen te onderwijzen”, wordt als eerste genoemd. Niet de kerk of de school gaan daarin voorop, maar binnen het gezin ligt die zeer verantwoordelijke taak op de schouders van de ouders, die daarvoor hun jawoord hebben gegeven.

Trouwens, is de praktijk niet doorgaans zo, dat het lijkt alsof wij maar één belijdenisgeschrift hebben? Wie van de ouderen kent de beide andere geschriften? Ik doel met deze vraag uiteraard op de inhoud. Hoe rijk aan onderwijs is de inhoud van onze belijdenis, zeker ook voor de tijd waarin wij nu leven. De waarde van de Dordtse Leerregels ligt in het feit dat de inhoud in een concrete discussie is geformuleerd.

Doen we niet tekort aan de drie belijdenisgeschriften wanneer we ze grotendeels als een pronkstuk in de kast bewaren? In de belijdenis vinden we de waarheid Gods die wij in Zijn Woord lezen. Die waarheid heeft de kerk in zich opgenomen, gereflecteerd, verwerkt en met eigen woorden tegenover de dwalingen uitgesproken. Iemand die zijn belijdenis niet kent, is een prooi voor allerlei dwalingen en ketterijen.

Zou het niet wenselijk zijn om in plaats van de behandeling van de catechismus eens de Nederlandse Geloofsbelijdenis of de Dordtse Leerregels te behandelen? De belijdenisgeschriften zijn mede van grote waarde voor het persoonlijke geloofsleven en voor de geloofsstrijd van een kind van God. Het is voor onze jongeren zo nodig om vanuit een persoonlijke beleving hen te onderwijzen in de leer van Gods Woord.

„Leer den jongen de eerste beginselen naar den eis zijns wegs; als hij ook oud zal geworden zijn, zal hij daarvan niet afwijken” ( Spreuken 22: 6).

De auteur is docent godsdienst aan het Hoornbeeck College te Amersfoort.

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer