Kabinet wil snel hoger loon politici
DEN HAAG - Het kabinet dringt er bij de Tweede Kamer op aan om snel de wetsvoorstellen te behandelen voor een hogere beloning van de politieke en ambtelijke top.
Dat is volgens minister Remkes van Binnenlandse Zaken nodig om te kunnen komen tot een nieuw „fatsoenlijk” loongebouw binnen de gehele publieke sector.De ministerraad ging donderdag akkoord met het tweede deel van het rapport van de commissie-Dijkstal, waarin zo’n nieuw loongebouw is opgenomen. Uitgangspunt van het rapport is dat het nieuwe salaris van een minister gaat gelden als de bovengrens voor een salaris binnen de publieke dienst. De premier verdient als enige 10 procent boven die hoogste norm.
In de visie van de commissie-Dijkstal moeten benoemde bestuurders en volksvertegenwoordigers een afgeleid, welomschreven deel van een ministerssalaris verdienen. Het gaat dan om leden van de Eerste en Tweede Kamer, commissarissen van de koningin, gedeputeerden, statenleden, burgemeesters, wethouders, raadsleden en waterschapsbestuurders.
De Tweede Kamer is echter ernstig verdeeld over de aanbevolen loonsverhogingen. Nadat linkse fracties woorden als ”zelfverrijking” in de mond hadden genomen, gaf het CDA onlangs aan helemaal niet meer over het thema te willen praten. Remkes wil dolgraag uit de impasse komen. „Als nu geen afspraken worden gemaakt over de publieke sector, dan is normering van de semipublieke sector ook van de baan”, waarschuwde hij donderdag.
Paal en perk stellen aan de soms absurd hoge salarissen van bestuurders in semipublieke sectoren als de zorg, de sociale zekerheid of de energiesector, is een hartenwens van de Kamer.