Cosmetische chirurgie voor uiterwaarden
OPHEUSDEN - Gras. Overal gras. De oevers van de Rijn bij Opheusden ogen nu nog eentonig. Maar niet meer voor lang. Donderdag startte een natuurherstelproject waarmee uiterwaarden bij Opheusden en het voorbij Arnhem gelegen Kekerdom in de toekomst méér natuur bieden. „Het is een relatief simpel plan, maar het kost een ongelofelijke hoeveelheid vergunningenwerk voor je kunt beginnen.”
Brommend rijdt een graafmachine de dijk af bij Opheusden. De rupsbanden piepen en knarsen. De komende anderhalf jaar is er nog genoeg werk te doen. Op zes plaatsen langs de Rijn, recht tegenover de Grebbeberg, gaat de spade de grond in. Natuurherstel is het belangrijkste doel. „De veiligheid is hier in orde”, zegt projectleider Cor de Vaan. Hij begeleidt de werkzaamheden namens de Dienst Landelijk Gebied van het ministerie van Landbouw, Natuurbeheer en Voedselkwaliteit. „De dijken in dit gebied zijn na de hoogwaterperiode van 1995 al aangepakt. Nu gaat het vooral om de verfraaiing.”De aanpak van de Rijnwaarden is niet uniek, zegt De Vaan. „We hebben eerder al de Klompenwaard, langs de Waal onder Nijmegen aangepakt. Bij Culemborg is de Brasemerwaard opnieuw ingericht. En nu dit gebied.” Volgens de projectleider maakt de aanpak deel uit van het plan Ruimte voor Rivieren. Dat lanceerde de rijksoverheid vooral om steeds groter wordende hoeveelheden rivierwater goed te kunnen afvoeren. „Maar ook natuurherstel heeft daarin een plaats.”
Terwijl de wind giert over de open vlakte van de uiterwaarden, een tent met foldermateriaal over het project bijna wordt weggeblazen en genodigden hun verkleumde vingers warmen aan een mok met hete chocolademelk, legt de Gelderse gedeputeerde Harry Keereweer uit dat het meeste werk gemoeid is met het weghalen van vervuilde grond uit de uiterwaard. „Hier in de Maneswaard ligt nog veel grond waarop rivierslib is achtergebleven uit de tijd dat het Rijnwater minder schoon is dan het nu is. Daarmee kun je niks meer dan alleen het naar een vuilstort brengen.”
Even later mag de provinciebestuurder aantonen dat de grondgesteldheid inderdaad beroerder is dan het zompige grasland doet vermoeden. Hij installeert zich in de graafmachine en weet na drie pogingen zowaar een flinke schep rivierklei los te krijgen. In het gapende gat dat achterblijft is goed te zien hoe een grijzige sliblaag de onderliggende, donkere grond bedekt. Een uit het gat stekend stuk ijzer en een baksteen in de grond tonen aan dat de mens al eerder actief was in de Maneswaard.
Volgens projectleider De Vaan is het besluit over de aanpak van de Maneswaard en de Millingerwaard bij Kekerdom al geruime tijd geleden genomen. „We zijn bijna twee jaar bezig geweest met regelwerk. Er moesten maar liefst twaalf vergunningen worden aangevraagd voor we aan de slag konden.” De vervuilde grond, die zich concentreert rond de resten van het 19e-eeuwse Fort de Spees bij Opheusden, bezorgden de Dienst Landelijk Gebied (DLG) de meeste hoofdbrekens. „Het gaat om bijna 8000 kuub die gestort moet worden. Da’s geen kleinigheid.”
Wie over twee jaar terugkomt in de waarden kan zien dat het grasland op veel plaatsen ruimte heeft gemaakt voor water. Er komen poelen en strangen en hier en daar keren rabatten terug. Dat zijn stukjes land omgeven door water, waar bloemrijk hooiland op moet komen. Vooral weide- en trekvogels moeten er zich op hun gemak voelen. In delen van het gebied krijgt ook vee weer de ruimte. Het Geldersch Landschap gaat de uiterwaarden beheren, samen met boeren uit de omgeving.