„We hebben het allemaal erg druk”
DEN HAAG - Van rolstoelduwers tot rollatorreparateurs en van collectanten tot coördinatoren contactmiddagen. De vacaturebank voor vrijwilligers van het Nederlandse Rode Kruis telt tientallen openstaande posten. Al stijgt dat aantal niet snel, de vergrijzing onder de huidige groep vrijwilligers slaat wel toe. „De jonge lichting stelt meer eisen.”
Vrijwilligersorganisaties hebben een steeds groter tekort aan mensen die onbetaald werk willen doen. Dat stellen twee Nijmeegse sociologen na eigen onderzoek. Kerkgemeenschappen zijn volgens hen de belangrijkste leveranciers van vrijwilligers, maar het teruglopende kerkbezoek in Nederland zou het voortbestaan van vrijwilligersorganisaties onder druk zetten.Daniëlle Holla van het landelijk bureau van het Rode Kruis kan de beweringen van de twee Nijmeegse onderzoekers niet helemaal plaatsen. „Het Rode Kruis telt 32.000 vrijwilligers van 18 tot 65 jaar. We krijgen vanuit de plaatselijke afdelingen van het Rode Kruis niet echt signalen dat het moeilijker wordt aan nieuwe vrijwilligers te komen. Eigenlijk zijn er altijd wel mensen te vinden.”
Een groot verschil met een aantal jaren geleden is volgens Holla dat de huidige groep vrijwilligers veel belang hecht aan vaste afspraken en duidelijkheid over de activiteiten. „De jonge lichting stelt meer eisen. We hadden vroeger vrijwilligers die bijvoorbeeld iedere dinsdag naar de soos gingen en pas daar keken wat ze konden doen. Nu vraagt een vrijwilliger voordat hij ja tegen iets zegt: „Ik wil best meewerken, maar wanneer is het, wat is het precies en hoe lang duurt het? ”
Bij het Rode Kruis is in principe iedereen welkom als vrijwilliger. „We werken met functieprofielen, zodat iedereen doet wat het beste bij hem past. Om een rolstoel te kunnen duwen, moet je bijvoorbeeld sterk genoeg zijn. Dat is in het belang van zowel de vrijwilliger als de hulpvrager.”
Om een terugloop in het aantal vrijwilligers tegen te gaan, is het volgens Holla voor een hulporganisatie als het Rode Kruis van belang om mee te gaan in de nieuwe levensstijl van de Nederlanders. „We hebben het allemaal druk. Ook vrijwilligers hebben het drukker dan vroeger. Daarom moeten er vooraf duidelijke afspraken op tafel liggen van wat we van elkaar kunnen verwachten.”
Om ervoor te zorgen dat niet alleen senioren onbetaald werk verrichten, heeft het Rode Kruis een aparte jongerenafdeling opgericht. „We moeten ons best doen om jongeren erbij te trekken. We proberen hen ook bewust in te zetten bij activiteiten die met jongeren te maken hebben. Zo laten we een jonge gehandicapte bij voorkeur door een leeftijdsgenootje verzorgen. Ook bereiden we maatschappelijke stages voor, waar jongeren studiepunten voor kunnen krijgen.”
Om meer vrijwilligers te trekken, heeft het Rode Kruis zich aangesloten bij het nieuwe initiatief WorkMate. Prinses Máxima geeft daar volgende week vrijdag het startschot voor. „Via WorkMate krijgen we van grote bedrijven namen van werknemers door die bereid zijn zich incidenteel voor het goede doel in te zetten. De mensen die hebben aangegeven van wandelen te houden, krijgen dan bijvoorbeeld een mailtje: Kun je zaterdag een eindje met die mevrouw gaan lopen?”
Waarom ook in de toekomst mensen zich bij het Rode Kruis zullen blijven aanmelden voor vrijwilligerswerk? Daar hoeft Holla niet lang over na te denken. „Uiteraard levert het geen geld op. Maar daar staat wel een goed gevoel tegenover. En je krijgt absoluut veel waardering van de mensen die je helpt. Dat is je inzet voor de maatschappij meer dan waard.”