Stadler, die voor hij de onafhankelijke positie van ombudsman bekleedde parlementslid was namens de uiterst rechtse Vrijheidspartij (FPÖ), deed zijn uitlatingen twee weken geleden in een toespraak tot een overwegend rechts gehoor. In 1945 „werden wij naar het heet bevrijd van tirannie en fascisme, en toen kregen we de volgende tirannie, juist op de grond waar wij ons vandaag bevinden”, zei Stadler. Hij hield zijn toespraak bij de stad Seebarn in Niederösterreich, een deelstaat die na de oorlog werd bevrijd en bezet door Sovjetmilitairen. Stadler herhaalde zijn uitlatingen later voor de Oostenrijkse televisie.

De partijleider van de FPÖ, Susanne Riess-Passer, weigerde zich tot nu toe uit te laten over de uitspraken van Stadler. Hetzelfde geldt voor bondskanselier Wolfgang Schüssel, wiens ÖVP met de FPÖ een coalitieregering vormt. Maar de adjunct van Riess-Passer, vice-partijvoorzitter Hubert Gorbach, noemde het ontoelaatbaar om de nazi-bezetting van na de ”Anschluss” in 1938 tot aan de bevrijding in 1945 gelijk te stellen met de bezetting door de Russische bevrijders. Ook de algemeen secretaris van de FPÖ hekelde de uitlatingen van Stadler.

De vice-voorzitter van het parlement, Heinz Fischer van de oppositiepartij SPÖ, stelde dat Stadlers positie onhoudbaar is geworden. „Het zou goed zijn iemand zou aftreden als hij zo over ons land en onze geschiedenis denkt.”