Verdrukking
Elk huis heeft zijn kruis en als het er nog niet is, staat het voor de deur. Dit mag men met recht zeggen van het leven van Gods kinderen, want zij zijn als omringd door bergen van zwarigheid. Zij worden dikwijls met pijlen van verdriet beschoten. Zoals het kaf samen met de goede tarwe is en zoals de doornen samen met de geurende rozen zijn, gaat het leven van Gods kinderen samen met kruis en verdrukking.
We zien dat in Psalm 34: „Vele zijn de tegenspoeden der rechtvaardigen…”Toen God de kinderen Israëls uit Egypte verloste, bracht Hij ze niet direct in Kanaän. Zij moesten nog een tijd omzwerven in de woestijn. Evenzo handelt God nog alle dagen met Zijn kinderen op aarde. Hoewel Hij hen verlost heeft uit het helse Egypte, brengt Hij hen niet terstond in het land Kanaän. Hij laat hen nog voor een tijd met veel kruis en verdriet omzwerven in de wildernis van deze wereld.
„Wij moeten door veel verdrukkingen ingaan in het Koninkrijk der hemelen.” Gelijk de zon zich soms bedekt met zware wolken, zo bedekt God de Heere Zijn liefelijk aanschijn voor Zijn lieve kinderen, wanneer Hij hen met kruis bezoekt.
Adrianus Hasius, predikant te Leeuwarden (”Geestelijk Alarm”, 1653)