Het kwintet trachtte in de herfst van 2003 ING af te persen door gevoelige bedrijfsdocumenten openbaar te maken. De 51–jarige P.B. nam bij zijn ontslag bij het verzekeringsbedrijf van ING in 1998 interne stukken mee naar huis. Vijf jaar na zijn ontslag besloot de verdachte alsnog wraak te nemen op zijn voormalige werkgever.Daartoe diepte P.B. de interne documenten weer op uit zijn persoonlijke archief om daarmee ING te chanteren. Samen met twee medeverdachten kwam hij tot het plan om een „vindersloon" te incasseren voor de documenten.

De twee andere verdachten werden ingeschakeld als respectievelijk adviseur en loopjongen. Zij werden tot honderd uur dienstverlening veroordeeld, de anderen tot tweehonderd uur.