Zeehondencrèche vraagt om extra geld
De zeehondencrèche in Pieterburen heeft extra geld nodig om de zeehondenziekte te bestrijden. Als dat geld er niet komt, raakt de crèche in geldproblemen, aldus directeur Lenie ’t Hart zaterdag. Vooral het vervoer van zieke zeehonden kost veel geld.
De zeehondencrèche heeft particulieren ingeschakeld om de zieke dieren te vervoeren. Daarnaast heeft het ministerie van Landbouw boten ter beschikking gesteld. De zeehonden mogen niet op de reguliere veerboten om verspreiding van het virus te voorkomen.
De crèche staat in de startblokken om de toestroom van dode en zieke zeehonden de baas te kunnen. Zo zijn er extra douches en opvanghokken klaar gemaakt en hebben vrijwilligers in Pieterburen een speciale training gehad. Op Vlieland en in de Eemshaven staan speciale diepvriescontainers waar de dode zeehonden in worden bewaard. Op Ameland wordt ook een dergelijke container geplaatst.
De zieke dieren hebben meestal ademhalingsproblemen en verschillende infecties. Na aankomst in Pieterburen gaan ze direct in quarantaine. Daar worden ze gevaccineerd.
De zeehondenziekte heeft in het Waddengebied inmiddels epidemische vormen aangenomen. De afgelopen drie weken kwamen vijftig, ernstig zieke dieren binnen bij de zeehondencrèche. ’t Hart verwacht dat dat aantal verder zal toenemen tot circa dertig per week.
Deskundigen schatten dat mogelijk een kwart tot een helft van de Nederlandse zeehonden zal sterven aan de gevolgen van de zeehondenziekte. Op dit moment zwemmen 5000 zeehonden in de Waddenzee.
De besmettelijke zeehondenziekte is afkomstig uit Denemarken en Zweden. In die landen zijn honderden zeehonden gestorven. De ziekte veroorzaakte in 1988 ook een grote sterfte onder de dieren in West-Europa. In Nederland daalde de populatie met 60 procent tot duizend zeehonden. Dit keer is de populatie niet in gevaar.