In een interview met Verhagen vraagt Elsevier wat de doorslag gaf op die bewuste 16 oktober 2002. Verhagen: „Er zou een fractievergadering zijn van de LPF. Op datzelfde moment kwam Harry Wijnschenk, de toenmalige fractievoorzitter van de LPF, met twee bodyguards mijn kamer binnen en vertelde dat hij door een collega bedreigd was met een pistool".De bedreiger zou volgens de geruchten de huidige LPF–fractievoorzitter Gerard van As zijn. Wijnschenk en Van As hebben het verhaal ontkend tegenover Elsevier. Van As zegt in het weekblad Wijnschenk nooit te hebben bedreigd, „laat staan met een pistool".

Verhagen wil tegenover Elsevier niet reageren op de geruchten dat de bedreiger de Van As was. „Daar laat ik me niet over uit. Hoe dan ook, toen dacht ik: jongens, dit is hier helemaal wildwest, het is klaar. Ik heb Balkenende gemeld wat ik had gehoord en gezegd dat dit voor mij echt de druppel was. Dat ik dacht: hier moeten we gewoon vanaf".

Het eerste kabinet–Balkenende viel in oktober 2002 na slechts 87 dagen regeren nadat LPF’ers in het kabinet en in de Kamer keer op keer ruzies met elkaar uitvochten. De perceptie indertijd was dat VVD–leider Zalm „de stekker er uit had getrokken". De latere LPF–leider Mat Herben corrigeerde dat beeld vorig jaar al door te stellen dat het niet Zalm, maar Verhagen was die de stekker uit had getrokken.