De WRR presenteert woensdagmiddag zijn rapport ”Dynamiek in islamitisch activisme”. Daarin betoogt de raad dat de islam niet principieel strijdig is met democratie en mensenrechten. Er zijn binnen de islam wel degelijk politieke stromingen die zich willen houden aan de democratische spelregels, zoals de Moslimbroederschap in Egypte en Hezbollah in Libanon.De raad roept het kabinet die organisaties „openlijk te steunen.” De regering zou ook contact moeten leggen met de Palestijnse Hamasregering. „Het is niet productief om Hamas uitsluitend als terroristische beweging te beschouwen”, aldus de WRR. „Praten met Hamas geeft meer kans op een blijvende vrede.”

Minister Bot van Buitenlandse Zaken verwerpt die aanbeveling. VVD-Kamerlid Hirsi Ali reageerde woedend op dit advies van de WRR. Het aanknopen van relaties met Hezbollah en Hamas staat volgens haar gelijk aan „sponsoren van neonazi’s of de Hofstadgroep.” Kamerlid Wilders wil van premier Balkenende weten of hij ook vindt „dat de WRR hier met zijn schijnbare loyaliteit aan terroristische organisaties gevaarlijke onzin verkoopt die krachtig weersproken moet worden.”

ChristenUnie en SGP zijn ook ongelukkig met het pleidooi van de raad. „Je kunt niet praten met een beweging die een land van de kaart wil vegen”, vindt ChristenUnie-Kamerlid Huizinga. SGP’er Van der Staaij zou het „buitengewoon onverstandig” vinden als de regering in gesprek gaat met Hamas. „Je moet juist een krachtig signaal afgeven richting terroristische organisaties.”

Het Centrum Informatie en Documentatie Israël (CIDI) roept de regering op het „verwerpelijke” advies van de WRR om te gaan praten met terreurorganisaties naast zich neer te leggen. „Het pleidooi van de raad voor onvoorwaardelijke toenadering tot Hezbollah en Hamas doet afbreuk aan zijn poging om begrip te kweken voor de islam in Nederland.”

De WRR besteedt in zijn rapport ook aandacht aan de sharia (islamitische wetgeving). Die sharia kan voor een islampartij in Nederland een „inspiratiebron zijn voor het streven naar rechtvaardigheid”, aldus de raad, net zoals de SGP streeft naar een theocratie waarin de overheid ervoor zorgt dat „Gods geboden niet worden overtreden.” SGP-Kamerlid Van der Staaij sprak vanmorgen van een „stuitende vergelijking.” Er zijn wezenlijke verschilpunten tussen de sharia en Gods geboden, betoogde hij. Een daarvan is het prediken van geweld. Zo zegt de sharia dat afvalligheid van de islam moet worden gestraft met de doodstraf.