Premier onder vuur na reis Indonesië
DEN HAAG - Minister-president Balkenende krijgt veel kritiek na zijn bezoek aan Indonesië. De SGP en het Kamerlid Wilders vinden dat hij zich te positief heeft uitgelaten over de islam. D66 en PvdA verwijten hem dat hij in het islamitische Indonesië afstand nam van het Nederlandse homohuwelijk.
In een toespraak voor de islamitische universiteit van Jakarta stelde Balkenende op 7 april dat religie volgens hem vooral een „positieve kracht is, die mensen niet scheidt maar verbindt.” Volgens hem kun je „met hart en ziel geloven en tegelijkertijd respect hebben voor het geloof van een ander.” Vanuit die visie op godsdienst doet het hem „pijn”, zo zei hij in Jakarta, als de islam gezien wordt als iets waar je bang voor moet zijn. „De islam is geen bedreiging. Mensen die de islam misbruiken om terreur te zaaien, zijn een bedreiging.”
SGP-Kamerlid Van der Staaij vindt die uitspraak van de premier een verkeerd signaal, zo blijkt uit schriftelijke vragen die hij Balkenende heeft gesteld. Zo positief spreken over de islam, juist nu „de positie van christenen in diverse delen van Indonesië verslechtert en een toenemend aantal christelijke kerken onder druk van gewone moslims gesloten wordt”, vindt Van der Staaij onverstandig.Hij wil van de premier weten waarop diens analyse dat de islam geen bedreiging vormt eigenlijk stoelt. Verder is hij er benieuwd naar of Balkenende zijn werkbezoek ook heeft aangegrepen om de situatie van christenen in Indonesië bij de autoriteiten aan de orde te stellen.
Ook het onafhankelijke Kamerlid Wilders is ontstemd over de rede van de minister-president. Wilders is van mening dat hier sprake is van een „ernstige vergissing.” Hij wijst op het „antiwesterse karakter van de zuivere islam” waaruit „aanslagen en bedreigingen zijn voortgevloeid.” Volgens hem moet Balkenende zijn uitspraken nuanceren of terugnemen.
Coalitiepartij D66 en de grootste oppositiepartij PvdA zijn ontevreden over de manier waarop de premier zich uitliet over het homohuwelijk. Toen Balkenende vrijdag met Indonesische studenten discussieerde over onder meer het homohuwelijk, gaf de premier desgevraagd aan dat hij destijds als Kamerlid tegen het wetsvoorstel had gestemd.
Onder meer D66, PvdA, homobelangenorganisatie COC en de jongerenorganisaties van VVD, PvdA en D66 reageren afkeurend op de uitlatingen van de minister-president. D66-Kamerlid Van der Ham: „We gaan dit niet heel hoog spelen, maar de premier had best iets steviger voor de Nederlandse waarden en normen mogen gaan staan.”
De D66’er spreekt van een gemiste kans. „Zeker in een land waarin mensenrechten van bepaalde groepen burgers als homoseksuelen niet altijd worden gerespecteerd, was het goed geweest om onze waarden te benadrukken.”