Nog geen dag gewerkt en dan al ontslagen
Aangenomen zijn, nog geen dag gewerkt hebben en dan al te horen krijgen dat je bent ontslagen. Dat overkwam mevrouw Riemens uit het Zeeuwse Hoek. Ze wilde aan de slag als verpleegkundige in een naburig verpleeghuis, maar het eind van het liedje is dat ze thuiszit. Het grote struikelblok: haar principiële bezwaren tegen vaccinatie.
Ze werkte bij de thuiszorg, maar wilde wel eens wat anders. Het verpleeghuis De Vurssche in Axel zocht een verpleegkundige voor acht uur per week, speciaal voor de avond- en nachtdiensten. Dat leek mevrouw A. H. Riemens-Bliek (41) wel wat. Zo’n baan liet zich goed combineren met de zorg voor een gezin met vier kinderen.
Het sollicitatiegesprek verliep naar wens en niets stond een benoeming nog in de weg. Hoe ze tegenover inenten stond, was haar niet gevraagd. Raar vond ze dat niet, want daar was nog nooit moeilijk over gedaan. Ook niet in het ziekenhuis waar ze als jonge verpleegster had gewerkt.
Bemiddeling
Tegelijk met het bericht dat ze bij het verpleeghuis was aangenomen, kreeg ze een lijst met vragen. Daarin kwam ook het onderwerp vaccinatie aan de orde. Ze vulde in dat ze principiële bezwaren had en kreeg kort daarna een telefoontje dat de benoeming om die reden werd teruggedraaid. De instelling zei het risico van besmetting met het hepatitisvirus niet te willen nemen.
Na bemiddeling van de Reformatorisch Maatschappelijke Unie (RMU) wilde het verpleeghuis haar alsnog in dienst nemen, maar dan als hulp in de huishouding. Daar voelde ze echter niets voor. Uiteindelijk mocht ze dan toch als verpleegkundige aan de slag, onder voorwaarde dat ze geen wonden zou behandelen en geen injecties zou toedienen.
„Ik had de stille hoop”, zegt ze, „dat de soep niet zo heet zou worden gegeten als ze was opgediend. Om die reden ging ik akkoord. Maar de instelling bleef moeilijk doen. Ik kreeg onder geen enkele voorwaarde toestemming om alle werkzaamheden te doen.”
Uiteindelijk nam ze zelf ontslag. „Het werkte niet. Als je medicijnen aan het uitdelen bent en je moet dan een collega erbij halen om een injectie toe te dienen, heb je niet het gevoel dat je volwaardig bezig bent.”
Alternatief
Mevrouw Riemens zit nu thuis, in afwachting van de uitspraak van de Commissie Gelijke Behandeling in haar zaak. Ze diende bij de commissie een klacht in omdat ze zich onrechtvaardig bejegend voelt. Volgens haar is het beleid van De Vurssche volstrekt onbegrijpelijk.
„Zou het om een EHBO-afdeling van een ziekenhuis gaan, dan zou ik het redelijk vinden dat vaccinatie tegen hepatitis een harde eis is. Dat chirurgen ingeënt moeten zijn, kan ik ook heel goed volgen. Maar in een verpleeghuis? Dat snap ik niet.”
Ze wijst erop dat het grootste risico haarzelf betreft en niet de patiënten of bewoners. „Als je zelf het virus niet bij je draagt, kun je moeilijk een ander besmetten. Wel is er een kleine kans dat ikzelf besmet raak. Maar dat risico is voor mij. Dat kan geen reden zijn om mij uit te sluiten.”
Iets anders is nog dat er een goed alternatief is voor gewetensbezwaarden. Dat wordt ook toegepast bij hulpverleners bij wie de vaccinatie niet aanslaat. „Je wordt dan vier keer per jaar op hepatitis gecontroleerd. Volgens de geleerden is dat een prima oplossing. Maar de instelling zei dat dat niet in haar beleid paste.”
Dat vindt ze des te merkwaardiger als ze bedenkt dat haar man analist is en dat hem geen strobreed in de weg wordt gelegd. „Hij gaat hele dagen met bloed om, is ook niet gevaccineerd maar ondervindt geen enkele belemmering.” Haar dochter kon eveneens zonder problemen bij een ziekenhuis aan de slag, net als een collega bij De Vurssche. „Er was sprake van dat ook zij geen wonden meer mocht behandelen en injecties toedienen omdat ze niet was ingeënt. Om van alle gezeur af te zijn, solliciteerde ze bij een ziekenhuis en werd prompt aangenomen.”
Binnen De Vurssche waren de reacties op haar vaccinatiestandpunt zeer gemengd. „De ene helft van het personeel bekeek mij alsof ik van een andere planeet kwam, de andere helft zei: Maak je er niet druk om, wij hebben al drie keer om een hepatitisprik gevraagd en nog steeds niet gekregen. Ze dachten dat het zo’n vaart niet zou lopen. Maar kennelijk beschouwde de instelling mij als een groot gevaar.”
Klachten
Wat de Zeeuwse verpleegkundige overkwam, staat niet op zichzelf. Volgens RMU-directeur P. Schalk stapelen de klachten van niet-gevaccineerden zich bij zijn organisatie op. Het aantal is in korte tijd opgelopen tot 25.
Via bemiddeling en overleg dacht zij de problemen te kunnen oplossen maar de praktijk blijkt toch te weerbarstig te zijn. Vandaar dat de RMU twee gedupeerden, onder wie mevrouw Riemens, heeft geadviseerd de Commissie Gelijke Behandeling een principe-uitspraak te vragen. Dit najaar zal de commissie zich over hun klachten buigen. Inzet van deze zaak is of instellingen onderscheid in hun personeelsbeleid mogen maken als een sollicitant of werknemers godsdienstige bezwaren heeft tegen vaccinatie.
De RMU trok al eerder over het vaccinatiebeleid aan de bel. De problemen begonnen in 1998 nadat een Veghelse chirurg tientallen patiënten besmet bleek te hebben met het hepatitis-B-virus. Naar aanleiding van deze affaire kregen alle ziekenhuizen een brief van de overheid waarin werd aangedrongen op vaccinatie van het personeel dat risicovolle activiteiten verricht. Daartoe werden vrijwel alle verpleegkundige handelingen gerekend. Personeelsleden met gewetensbezwaren konden periodiek hun bloed laten onderzoeken.
Niet alle ziekenhuizen kunnen zich in dat beleid vinden. Het Sint-Jansdal in Harderwijk wil bijvoorbeeld geen sollicitanten meer aannemen als ze niet tegen hepatitis zijn ingeënt. Een ander ziekenhuis eist zelfs een verklaring dat een gewetensbezwaarde zelf opdraait voor de gevolgen van het niet-gevaccineerd zijn. Ondanks het nijpend tekort aan personeel zien sommige instellingen gewetensbezwaarden kennelijk liever gaan dan komen.
Niet gerust
RMU-directeur Schalk schudt vol onbegrip het hoofd. „Het is een raadsel waarom sommige instellingen zo moeilijk doen. De meeste ziekenhuizen respecteren de bezwaren van de bewuste verpleegkundigen en bieden een alternatief in de vorm van periodieke bloedcontroles. Wij raadpleegden experts op dit gebied en zij beamen dat dat alternatief volledig verantwoord is.”
Dat een verpleeghuis zoals De Vurssche niet-gevaccineerden buitensluit, is voor Schalk helemaal onvoorstelbaar. „De risico’s voor besmetting zijn in zo’n instelling uiterst klein. Een verpleeghuis is niet te vergelijken met een ziekenhuisafdeling waar onder grote stress wordt gewerkt en waar nog al eens bloed vloeit.”
Tot op zekere hoogte heeft de RMU minister Borst van Volksgezondheid aan haar zijde. In antwoord op kamervragen van de SGP stelde zij vorige week dat het „ongenuanceerd dreigen met ontslag op grond van gewetensbezwaren zeer ongewenst is.” Zij vindt dat partijen er in onderling overleg uit moeten komen.
Toch is de RMU-directeur ook weer niet helemaal gerustgesteld door dit antwoord. De minister voegt er namelijk aan toe dat niet-gevaccineerde gezondheidswerkers bereid moeten zijn de gevolgen van hun opvattingen zelf te dragen.
Respect
Schalk: „Als het niet lukt om er in goed overleg uit te komen, zegt de minister dus dat gewetensbezwaarden niet moeten zeuren. De minister zou gelijk hebben als er sprake was van onaanvaardbare risico’s. Maar die zijn er niet. Deskundigen zijn hierover zeer helder. Als gezondheidswerkers regelmatig worden gecontroleerd, is het praktisch uitgesloten dat zij anderen kunnen besmetten.”
Van de gezondheidswerkers die bij de RMU zijn aangesloten, zijn de meesten ingeënt. Dat is voor Schalk geen reden om het niet op te nemen voor de groep gewetensbezwaarden. „Zij verdienen respect. Dat mis ik nogal eens. Ik kan me zelfs niet aan de indruk onttrekken dat er met twee maten wordt gemeten. Zo mag bij de keuring van gezondheidswerkers niet eens worden gevraagd of zij het aids-virus bij zich dragen. Dat virus is weliswaar lang niet zo besmettelijk als het hepatitis-B-virus, maar het zegt iets over het verschil in behandeling. De verhoudingen zijn volgens mij volledig zoek.”