Verdonk wees er dinsdag in het vragenuurtje in de Tweede Kamer op dat twee van de zes overlevenden nog in een asielzoekerscentrum in Ulrum verblijven. Van twee anderen is de bewaring opgeheven. Verdonk weet niet waar ze zijn. Een ander is vrijwillig naar zijn land van herkomst teruggegaan. De zesde is pas op 21 maart het land uitgezet, maar die stond volgens de bewindsvrouw niet op het lijstje van de onderzoeksraad van te horen mensen.Donner zei dat het merendeel van de opmerkingen van Van Vollenhoven niet op feiten berust en kan worden weerlegd. De minister deed de kwestie af als een misverstand. Volgens Verdonk kwamen de uitspraken van Van Vollenhoven als een „donderslag bij heldere hemel", omdat het contact met de raad altijd goed is geweest en het ministerie van Justitie altijd heeft gezegd volledige medewerking te verlenen aan het onderzoek.

GroenLinks–Kamerlid Vos had de ministers naar de Kamer geroepen om opheldering te geven na de openlijke kritiek van Van Vollenhoven. Het ministerie heeft na de brand eind oktober, waarbij elf illegalen om het leven kwamen, een namenlijst aan de onderzoeksraad gegeven. Die heeft vervolgens een selectie gemaakt. Het ministerie had van de raad begrepen dat de verhoren tot 1 december vorig jaar stonden gepland.

Verdonk gaat ervan uit dat de raad iedereen heeft kunnen spreken, tenzij iemand voor die tijd vrijwillig is teruggekeerd of niet aan het onderzoek wilde deelnemen. Zowel de bewindsvrouw als Donner benadrukte dat Van Vollenhoven vrijdag per sms meldde dat de raad geen klachten heeft en dat het onderzoek naar de brand niet is gefrustreerd.

Van Vollenhoven had ook gezegd dat de raad onoverzichtelijke namenlijsten van de gedetineerden in het cellencomplex had gekregen. Verdonk citeerde echter uit een mail van de raad aan de Immigratie– en Naturalisatiedienst van afgelopen vrijdag waarin staat dat de namenlijst van mensen in de zwaarstgetroffen vleugels van meet af aan correct was.