Thuiszorg wil jeugdhulp bieden
BUNNIK (ANP) - Thuiszorgorganisaties kunnen op korte termijn gespecialiseerde verzorgers inzetten om ouders en kinderen met opvoed- en opgroeiproblemen te helpen. Op die manier kunnen ze een bijdrage leveren aan het wegwerken van de wachtlijsten voor de jeugdzorg.
Z–org, de landelijke koepel van thuiszorgorganisaties, heeft dat aanbod gedaan aan staatssecretaris Ross (Jeugdzorg) en de provincies, zei een woordvoerster dinsdag. Ruim vijftig van de 95 leden van Z–org in alle provincies hebben gezamenlijk voldoende capaciteit om op korte termijn 1200 kinderen te helpen. Ross is volgens haar woordvoerster blij met het aanbod.De thuiszorg levert volgens de woordvoerster van oudsher gespecialiseerde zorg bij psychosociale problemen. Sinds de wet op de jeugdzorg in 2004 van kracht is geworden, is echter veel minder jeugdhulp door de thuiszorg vanuit de AWBZ geïndiceerd. De provincies kopen jeugdzorg veelal bij de jeugdzorginstellingen in. Daar zijn echter lange wachtlijsten.
Bij de thuiszorgorganisaties is het aantal uren voor gespecialiseerde zorg vorig jaar met een derde verminderd. Het gespecialiseerde personeel is wel in dienst gebleven maar gedeeltelijk voor andere vormen van verzorging ingezet. Mede door bezuinigingen in de thuiszorg kunnen die verzorgenden weer voor jeugdhulp worden vrijgemaakt. Dat gaat volgens de woordvoerster niet ten koste van andere vormen van thuiszorg.
De provincies kunnen van Ross extra geld voor jeugdzorg krijgen als ze kunnen aantonen dat ze de wachtlijsten daarmee bestrijden. Z–org denkt dat de provincies met dat geld verzorgenden van de thuiszorg kunnen inzetten.
De Inspectie voor de Jeugdzorg verwees eerder een plan om schippersinternaten in te schakelen van tafel, omdat er te weinig deskundig personeel aanwezig was. Zij ziet meer in het inzetten van gespecialiseerde thuiszorgmedewerkers in als eerste vangnet. Als ze maar de juiste scholing hebben en het kind vooropstellen en niet het gezin, stelt een woordvoerster. „En als ze maar goed signaleren wanneer meer specialistische zorg, zoals bijvoorbeeld een pedagoog nodig is en deze ook inschakelen.”