De grootste treiteraar die uiteindelijk overblijft, krijgt de villa waarin het programma zich afspeelt en een grote som geld.Als er eenmaal een geschikte villa is gevonden, zou het programma ”De Gouden Kooi” al gauw op televisie kunnen worden uitgezonden. „John de Mol heeft met Talpa natuurlijk een eigen zender waarop het gebracht kan worden”, aldus een woordvoerder van het mediabedrijf.

Verscheidene politici spreken hun afkeuring uit over het programma. Staatssecretaris Van der Laan van Mediazaken noemt het „zorgwekkend” dat programmamaker De Mol pesten tot thema van een serie televisie-uitzendingen maakt. Het effect van een dergelijk programma op de jeugd zal volgens de bewindsvrouw, die lid is van D66, negatief zijn. „Zeker nu de aanpak van pesten op school en via internet steeds urgenter wordt.”

De staatssecretaris is echter niet voornemens op te treden. Van der Laan wijst erop dat de zenders zelf over de inhoud van hun programma’s gaan.

Staatssecretaris Wijn (CDA) vindt dat het programma -als het al uitgezonden moet worden- ’s avonds laat op de buis moet komen. „Als dit uitgezonden wordt om halfnegen ’s avonds en kinderen van 10, 11 en 12 jaar die nog wakker zijn zien het, dan klopt dat niet. Ze leren dat het loont om een ander kapot te maken en weg te treiteren”, aldus de bewindsman.

CDA-Kamerlid Atsma noemt het idee absurd. „De regering investeert miljoenen in campagnes om pesten tegen te gaan. Een tv-programma dat pesten promoot, breekt dat beleid helemaal af.”

Atsma doet een appel op de adverteerders om niet te adverteren voor, tijdens of na de pestuitzending. „Dan zal deze proefballon snel zijn verdwenen, net als de voorgenomen spermashow”, aldus de christendemocraat. Maar niet alleen adverteerders, ook de programmamaker en de eigenaren van televisiezenders moeten volgens Atsma hun maatschappelijke verantwoordelijkheid nemen.

Voor een verbod pleit Atsma niet. „Dat ligt erg moeilijk. Als het programma er onverhoopt toch komt, dan zou je wel kunnen kijken in hoeverre het aanzet tot geweld, haat of discriminatie. Dat is bij wet verboden.”

PvdA-Kamerlid Eijsink noemt het programma „verwerpelijk, onsmakelijk en het verkeerde voorbeeld voor kinderen.” Volgens D66-Kamerlid Bakker is het programma „een volgende stap in de wansmaak.”

SP-Kamerlid Vergeer vraagt zich af waar de grens ligt waar voor De Mol de grens ligt. Volgens de politica is hij een „marktleider als het gaat om het exploiteren van slechte eigenschappen van mensen.”

ChristenUnie-Kamerlid Slob vindt dat burgers in Nederland massaal tegen het programma moeten protesteren. „Het gaat deze programmamaker alleen om geld. Als hij ziet dat het overgrote deel van de bevolking dit zoveelste voorbeeld van smakeloosheid niet wil, zal hij zich zeker nog een keer achter de oren krabben.”

SGP-fractievoorzitter Van der Vlies noemt het idee „wanstaltig en ergerlijk.” De programmamaker overschrijdt volgens de staatkundig gereformeerde voorman „de grenzen van het betamelijke.” De fractie zal dinsdag bezien of ze nog nadere stappen kan ondernemen.

Volgens hoofddocent media- en communicatie-ethiek aan de Universiteit van Amsterdam dr. Huub Evers is het geen toeval dat Talpa uitgerekend nu met het omstreden programma naar buiten treedt. „De kijkcijfers van deze nieuwe omroep dalen. Talpa heeft duidelijk niet gebracht wat de eigenaar en oprichter ervan had verwacht.”

Commerciële omroepen maken er volgens Evers een gewoonte van om van tijd tot tijd de grenzen op te zoeken. „Ze mikken op het ritueel dat vervolgens in werking treedt. Het publiek spreekt er schande van en politici zeggen op zoek te gaan naar mogelijkheden om het programma te verbieden. Aandacht verzekerd, kortom.”

De verontwaardigde reacties noemt Evers terecht. „Het is te makkelijk om te zeggen: Wie niet wil, hoeft niet te kijken. Programmamakers hebben ook een maatschappelijke verantwoordelijkheid.”