Giuliani getuigt in proces-Moussaoui
NEW YORK - „Het was afgrijselijk”, aldus oud-burgemeester Rudolph Giuliani van New York donderdag in de laatste fase van het proces tegen de Fransman Zacarias Moussaoui. Giuliani beschreef de situatie rond de instortende torens van het World Trade Center (WTC) in New York op elf september 2001.
„Sommige mensen sprongen in wanhoop uit de brandende gebouwen; in één geval leek het of twee mensen hand in hand naar beneden sprongen. Dat is een beeld dat elke dag in m’n herinnering terugkeert”, aldus Giuliani. De oud-burgemeester was de eerste getuige in de laatste fase van het proces tegen Moussaoui, waarin de jury moet beslissen of de 37-jarige Fransman de doodstraf verdient of levenslang.Moussaoui was niet actief betrokken bij de septemberaanslagen, omdat hij enkele weken daarvoor was gearresteerd. Hij had de aanslagen volgens justitie echter kunnen voorkomen als hij de autoriteiten had gewaarschuwd. Door dat niet te doen heeft hij zich volgens de aanklacht schuldig gemaakt aan moord. De verdediging zegt dat Moussaoui gestoord is en zijn rol als lid van al-Qaida heeft opgeblazen om zich belangrijker voor te doen dan hij is.
Donderdag werden in het voormalige gebouw van de Deutsche Bank in New York nog 74 menselijke beenderen ontdekt. Dit gebouw stond aan de zuidzijde van het WTC en werd door de aanslagen ernstig beschadigd. Over enkele maanden begint de sloop, maar voor het zover is moet het ontdaan worden van asbest, lood en as van de WTC-ruïne, die zich over de omgeving verspreidde.
Tijdens dit voorbereidende proces zijn al eerder lichaamsdelen gevonden en beenderen. Deze stoffelijke resten gaan naar de lijkendienst van de stad New York. Ongeveer 40 procent van de stoffelijke resten die er in en om het WTC werden gevonden heeft men niet kunnen identificeren. Alle stoffelijke resten blijven echter bewaard, in de hoop in de toekomst met meer geavanceerde DNA-technieken alsnog in staat te zijn het aantal geïdentificeerde slachtoffers uit te breiden.