Wandelen vanaf de waterbus
De vier Drechtsteden hebben elk hun eigen charme en bieden hun eigen vertier. Er is zo veel te zien en te doen dat alles op één dag bekijken haast niet mogelijk is. Temeer daar reizen tussen deze steden in ieder geval met de auto niet altijd makkelijk is, alleen al vanwege de waterbarrière van de Oude Maas en de Merwede. Gelukkig is er een alternatief: de waterbus. Comfortabel over het water van en naar Slie-, Zwijn-, Papen- of Dordrecht.
Zacht grommend vaart de waterbus achteruit bij het Middendiep in Sliedrecht. Tussen de havenbebakening door zoekt het vaartuig zijn weg naar de brede Merwede. Eenmaal in ruimer sop gaat het gas er goed op en koerst het schip met hoge snelheid richting Dordt. Een meeuw vliegt een eindje met ons mee. Aan stuurboordzijde peddelt een man in een kano. Bij de grote gele scheepshallen van IHC liggen baggerschepen zij aan zij in het water. Al snel zijn zij niet meer dan kleine stipjes in de verte.
Wandeling
Naadloos gaat Sliedrecht in Papendrecht over, tenminste: vanaf het water. Op de dijk zullen ongetwijfeld borden staan die het einde en het begin van de bebouwde kom aangeven, op het water vervagen de grenzen. Na een kwartiertje meert de bus aan aan de Dordtse Merwekade. Zo snel had het met de auto nooit gekund. Nu ook geen gedoe met parkeerplaatsen en -meters. Nee, direct vanaf de boot kan een mooie wandeling beginnen.
Want Dordt heeft veel moois te bieden. Vanaf de Merwekade lopen we in de richting van de Groothoofdspoort. Hierop is aan de waterzijde de maagd van Dordrecht afgebeeld. Zij heeft zicht op het drukke scheepvaartverkeer op de Oude Maas, de Noord en de Merwede, een van de drukste scheepvaartknooppunten van Europa. Grote containerschepen en ranke oliebootjes passeren elkaar zo te zien rakelings. Grote duwbakcombinaties stomen gestaag op naar het oosten en eigenaars van kleine scheepjes zoeken hun weg naar de volgende toeristische bestemming.
Aan landzijde telt Dordt zo’n 1000 monumentale huizen en huisjes. Ze staan aan de Voorstraat, de Groenmarkt, het Statenplein. Of aan de straten daaromheen. Bezienswaardig zijn de pakhuizen aan de wijn- en wolwevershaven. Elk met hun eigen geschiedenis. Hoog boven alles uit torent de Grote Kerk van Dordt. De stompe toren dient als baken tijdens de wandeltocht. Voordat we vlak bij deze imposante kerk weer van wal steken, kijken we nog even binnen. Het interieur van dit laatgotische bouwwerk imponeert.
Omloop
In het gebouw laten we ons verleiden tot het beklimmen van de toren. Het ruim 550 jaar oude bouwwerk (waarschijnlijk uit 1439) telt 275 treden, tenminste: tot de panoramaomloop. De complete toren telt nog zo’n vijftig treden meer. Een hele klim, maar de beloning is grandioos. Vanaf de omloop is er een prachtig uitzicht over de stad, de havens en de rivieren. In de verte zijn de havenwerken van Rotterdam te zien. Iets dichterbij de molens van Kinderdijk en de brug over de Noord. Alles in miniatuur. Wat een nietig aards gewemel. En dan te bedenken dat dit nog maar trede 275 is.
Weer met beide benen op de grond haasten we ons naar de Hooikade, net om het hoekje bij de Grote Kerk. Zwijndrecht is het doel. De waterbus vaart met grote regelmaat op en neer tussen deze Drechtsteden, zien we op de dienstregeling. En inderdaad, daar komt er weer eentje aan. Behendig manoeuvreert de kapitein vanuit zijn hoge stuurhut het vaartuig langs de kade. De steward maakt de trossen vast en legt de loopplank uit. Nieuwe passagiers kopen bij hem een kaartje of stempelen hun strippenkaart af. ’t Blijft een busverbinding.
Het dijkdorp Zwijndrecht is van een heel andere allure dan overbuurman Dordt. Markant is de watertoren. Rondom dit bouwwerk (1898) aan het water stonden vroeger voornamelijk zoutziederijen en glasindustrieën. Nu zijn het vooral huizen en kantoren die een plaats aan het water hebben. Het zal niet het goedkoopste plekje in de Randstad zijn.
Beeldenpark
Een mooi wandelpad voert vanaf de aanlegsteiger langs het water naar Beeldenpark Drechtoevers. Dit openluchtmuseum voor beeldhouwkunst is opgestart door beeldende kunstenaars. Het wordt ook door hen beheerd en is openbaar toegankelijk, 24 uur per dag. Het park bevindt zich met 25 beelden nog aan Zwijndrechtse oevers. Het is de bedoeling van de kunstenaars dat het uit zal groeien en in totaal zo’n 40 kilometer oever zal gaan beslaan. Enig inzicht in (moderne) kunst is voor bezoekers wel nodig, de beschrijvingen bij de voorwerpen zijn summier. Een mooie wandeling is het in ieder geval.
Terug bij de aanlegsteiger staan we in dubio. Wordt het Papendrecht, Dordrecht of Sliedrecht? We kiezen voor het laatste, met een tussenstop bij de Hollandsche Biesbosch. Voordat de bus naar Sliedrecht gaat, kunnen we nog een paar keer op en neer naar Dordrecht. Zo wordt het rendement van de dagkaart op een aangename manier nog wat verhoogd.
Op driekwart van de terugreis naar het baggerdorp legt de bus aan bij de Hollandse Biesbosch. Deze halte is sinds kort in de dienstregeling opgenomen en wordt op verzoek aangedaan. Passagiers die de Biesbosch uit willen, moeten gewoon op de aanlegponton gaan staan. De kapitein van de bus kijkt altijd even of hij aan moet leggen, verzekert de steward.
Gerustgesteld stappen we aan wal. Als de waterbus is weggebromd, valt de enorme stilte direct op. Zo dicht bij de Randstad, zo’n rust. Een stevige wandeling brengt ons in tien minuten bij het bezoekerscentrum. Tenminste, wat daarvan over is. Een grote brand verwoestte vorig jaar november het informatiegebouw. Een paar kantoorunits vervangen zo goed en zo kwaad als dat gaat de ruimte die verloren ging.
Alternatief
Naast het centrum ligt een beverwandelpad. Na bijna anderhalve eeuw afwezigheid leven de knaagdieren weer in de Biesbosch. Eerst in het Brabantse gedeelte, waar ze in 1988 zijn uitgezet. Daar groeide de populatie zo voorspoedig dat een aantal knagers het geluk elders moest gaan zoeken. De Hollandse Biesbosch was een goed alternatief. In een afgeschermd vijvergebied leeft nu een beverpaar. Hun burcht is vanbinnen te bekijken vanuit een observatorium. Overdag slapen de dieren. Als het schemerig wordt, komt er meer activiteit.
De ijzeren dienstregeling van de waterbus dwingt ons de waterkant weer op te zoeken. Ja hoor, de kapitein heeft ons gezien en pikt ons op. Na vijf minuten meert het schip aan in Sliedrecht. Het rondje waterbus zit erop. In Sliedrecht willen we eigenlijk nog even via de winkelstraat naar het Nationaal Baggermuseum. Onze benen protesteren echter. De volgende keer nemen we de fietsen (gratis) mee.