Peruaanse kiezers hunkeren naar vernieuwing
LIMA - De kiezers van Peru hunkeren al zo’n twintig jaar naar vernieuwing. Die collectieve zucht is een reactie op het aanhoudende falen van het democratische bestel. Corruptie, machtsmisbruik en het uitblijven van welvaartsgroei zijn de constante factoren die het openbare leven van Peru kenmerken. De kandidaat die het felst van leer trekt tegen dit kwaad, wint steevast de verkiezingen.
Dit jaar is dat waarschijnlijk de ultranationalist Ollanta Humala. De voormalige landmachtofficier is volgens eigen zeggen niet links of rechts maar „van beneden.” En dat hadden de Peruaanse kiezers nog niet eerder gehoord of uitgeprobeerd. Humala ligt inmiddels op kop in de opiniepeilingen, hoewel hij waarschijnlijk niet voldoende stemmen trekt om de verkiezingsstrijd in één stemronde te beslechten.Aanstaande zondag kiest Peru een nieuwe president. Het scheidende staatshoofd heeft veel kiezers diep teleurgesteld. Alejandro Toledo, vier jaar terug nog bewierookt als de grote vernieuwer, heeft weliswaar de economie netjes geordend maar faalde door het niet doorvoeren van de ingrijpende veranderingen die hij de Peruanen had toegezegd.
Toledo was de eerste Peruaan van indiaanse afkomst die ooit zijn intrek mocht nemen in het presidentiële paleis. Zijn ambtsaanvaarding had plaats in de verborgen Incastad Macchu Picchu waar hij in 2001, uitgedost als een indiaanse heerser, het presidentschap op zich nam.
Maar de miljoenen Peruaanse indianen die dachten dat hun tijd was aangebroken, hadden uiteindelijk het nakijken. Toledo had als voormalig econoom van de Wereldbank louter oog voor het economische plaatje.
De ogenschijnlijk onstuitbare Peruaanse drang naar anders begon in 1985 met de verkiezing van de toen jonge en flamboyante socialist Alan Garcia, die overigens ook dit jaar weer meedingt naar de gunst van de kiezers. Garcia’s presidentschap was een ramp. Hij nationaliseerde het bank- en verzekeringswezen, stopte alle schuldafbetalingen en joeg investeerders uit binnen- en buitenland tegen zich in het harnas met een op marxistische dogma’s gebaseerd beleid. In luttele jaren tijd ruïneerde Garcia de toch al broze economie van zijn land. Bij zijn vertrek, vijf jaar later, was de schatkist leeg en leverden guerrillastrijders slag in de buitenwijken van de hoofdstad Lima.
Vernieuwing aan de linkerkant van het politieke centrum bleek dus niet te werken. De Peruaanse kiezers zwenkten hierop zonder enige schroom naar rechts en bezorgden de destijds volstrekt onbekende en aanvankelijk apolitieke Alberto Fujimori een klinkende stembuszege.
Toen Fujimori in 1992 het hem niet welgezinde parlement naar huis stuurde in een soort van zelfcoup, vonden de meeste Peruanen dat prima. Een tijdlang ging het goed met Fujimori. Hij gaf het leger de bewegingsvrijheid en de middelen om de guerrilla te ontmantelen, zorgde voor enige economische groei en wist het lage welvaartspeil ook iets op te stuwen.
Maar na tien jaar was het nieuwe er wel vanaf. Bovendien bleek Fujimori nogal corrupt en misbruikte hij zijn bevoegdheden voor allerlei zaken van meer persoonlijke aard. Ook nam zijn regering het niet zo nauw met de naleving van de mensenrechten.
Tijdens een staatsbezoek aan Zuidoost-Azië in 2000 besloot Fujimori te deserteren, om aan afzetting en mogelijke strafvervolging in eigen land te ontkomen. Het staatshoofd nam per fax zijn ontslag en vertrok naar Japan, het land van zijn voorouders.
De meeste Peruaanse kiezers zijn na deze aaneenschakeling van mislukte hervormers boos. Ontevreden zou absoluut een te zwakke weergave zijn. In een recente studie, uitgevoerd in opdracht van het ontwikkelingsprogramma van de Verenigde Naties, werd geconcludeerd dat nog geen 18 procent van de bevolking vindt dat Peru een democratie is. Twee van de drie ondervraagden vindt dat politici de democratie hebben stukgemaakt met hun „misdragingen.”
Peruanen blijven doorzoeken naar de ultieme vernieuwer. En die denken zij nu te hebben gevonden in de persoon van Ollanta Humala. Deze kandidaat beweert alleen oog te hebben voor het landsbelang en kan daarbij geen ideologie van links of rechts gebruiken. Humala wil „het volk” aan de macht brengen en Peru ontdoen van al wat niet Peruaans is.