De bisschoppen doen een dagje Brielle
Ook de Rooms-Katholieke Kerk kent haar martelaren. Zaterdag wordt de jaarlijkse bisschoppelijke bedevaart naar Brielle georganiseerd: naar het oord van ”de heilige martelaren van Gorkum”. De bisschoppen hebben er gelijk hun jaarlijkse dagje uit aan vastgekoppeld. Ze zijn dit jaar allemaal present.
De herdenking heeft in de loop der jaren een algemeen karakter gekregen. De wereldwijde geloofsvervolging staat nu centraal. En verder is ’Brielle’ een bedevaartsoord, waar de bezoekers genezing of ander heil hopen te krijgen.
Op 9 juli 1572 werden in Den Briel -nu Brielle geheten- negentien roomse geestelijken opgehangen, nadat zij geweigerd hadden het protestantse geloof aan te nemen. Ze waren in Gorinchem door de geuzen opgepakt en naar Brielle gebracht. Daar brachten Lumey en zijn handlangers hen om het leven. Later zou blijken dat het gezelschap beschonken was. In 1671 verklaarde de Rooms-Katholieke Kerk de geestelijken zalig. Hun heiligverklaring volgde in 1867.
Binnen de gereformeerde wereld wordt de ophanging als een delicate kwestie gezien. Was de terechtstelling een voorbeeld van calvinistische intolerantie? Had de situatie van de brandstapels, uit de tijd van Philips II en Alva, zich herhaald? Historici zijn het er in het algemeen over eens dat er onder de gereformeerde overheid geen rokende brandstapels of onthoofde ketters zijn geweest. De wandaden die werden gepleegd, zoals de moord op de priesters in Gorinchem, betroffen persoonlijke wraakoefeningen. Kerk en overheid hadden er nooit toestemming voor gegeven. De daders werden bovendien ook streng gestraft en door Willem van Oranje veroordeeld. De watergeuzen waren voor een groot deel ruwe lieden en vooral overtuigde tegenstanders van het Spaanse gezag. Toch zijn onderzoekers het er ook over eens dat het aantal moorden en martelingen van de kant van de watergeuzen gering was.
Dr. H. Klink, gepromoveerd op Willem van Oranje en de relatie tussen religie en politieke tolerantie, wijst erop dat in de Gorkumse kwestie zeker niet gesproken kan worden van een typisch voorbeeld van calvinistische intolerantie. „Het gebeuren is in ieder geval niet in overeenstemming met de mening van Calvijn, die geageerd heeft tegen het openbreken van gevangenissen”, zegt de hervormde predikant uit Hoornaar. „Willem van Oranje was dankbaar voor wat de geuzen gedaan hebben, maar wilde tegelijk orde op zaken stellen, om geen chaos in het land te krijgen. Wie deze daden begaan heeft, zoals in het geval van de Gorkumse martelaren, kan zich niet op Calvijn of Willem van Oranje beroepen. Dergelijke praktijken heeft Willem van Oranje nooit willen tolereren, ook niet vóór de Tachtigjarige Oorlog.”
Het bedevaartsoord in Brielle bestaat nu uit een kerk, een rondgang en het ”Martelveld”, waar de geestelijken de dood vonden. Zaterdagmorgen wordt er een eucharistieviering gehouden, waarin kardinaal Simonis voorgaat, ’s middags is er onder andere een gebedsdienst met processie en pelgrimszegen. Joost de Witte, woordvoerder van het bisdom Rotterdam, ziet het gebeuren in Brielle vooral in het kader van een algemene bedevaart, los van de herdenking van zogenaamde protestantse gruwelen. „Elk jaar willen we stilstaan bij het feit dat mensen om het geloof gefolterd en vernederd worden. Er sterven nog steeds veel mensen vanwege hun geloof. Het gaat bij de Gorkumse martelaren om heiligen die iets bijzonders gedaan hebben voor het katholieke geloof en hun leven hebben gegeven. Een bedevaartsoord is een plaats waaraan wonderen worden toegedicht. De fysieke aanwezigheid van de graven van de martelaren kan je sterken in je geloof, of je helpen in het zoeken naar genezing van ziekten of van persoonlijke problemen. Dat zijn, kortom, de klassieke motieven om op bedevaart te gaan. En je hoeft er nu niet voor naar Lourdes.”
Een van de „hoogtepunten” die het bedevaartsoord beleefde, was volgens De Witte, het bezoek van koningin Juliana in 1972, 400 jaar na de moord op de geestelijken. „Dat was voor het eerst dat iemand van het Koninklijk Huis de plaats bezocht.” Herdenking van de calvinistische intolerantie is totaal niet aan de orde, zegt De Witte. Hij hoopt dat het oord nieuwe impulsen krijgt sinds het op de rijksmonumentenlijst staat. Herstelwerkzaamheden aan terrein en gebouwen zijn volgens hem dringend nodig.
Pastoor Th. van Zaal van de bedevaartskerk in Brielle zegt dat de bijeenkomsten nooit een anticalvinistisch karakter hebben gekregen. „In de periode waarin de moord op de geestelijken werd gepleegd, hebben ook politieke motieven geleid tot deze gruwelijkheden. Daarom mag je ook niet alles verklaren vanuit de godsdienst. De geuzen waren rebellen en vrijheidsstrijders. De herdenking van de gebeurtenissen speelt zich niet af in een polariserende sfeer. Integendeel, toen in de negentiende eeuw de katholieken weer vrijheid kregen, waren de bisschoppen terughoudend om bedevaarten naar Brielle te houden. Ze wilden de goede verhoudingen met de protestanten niet verstoren.”
Vergeleken met vroeger is de belangstelling teruggelopen, merkt pastoor Van Zaal op. „Toch komen er zaterdag nog wel tussen de 600 en 1000 bezoekers”, verwacht hij. Behalve de jaarlijkse bedevaart van zaterdag worden er nog diverse bedevaarten van kleinere groepen en individuen georganiseerd, waardoor het totale aantal bezoekers toch op „enkele duizenden” komt.
Voor de bisschoppen is het zaterdag een gezellig dagje uit, weet bisdomwoordvoerder De Witte. „Ze hebben dat elk jaar, en nu wilden ze dat koppelen aan een gezamenlijk bezoek aan Brielle. Het is voor het eerst dat ze allen aanwezig zijn.” De bisschoppen gaan daarna naar het stadhuis in Rotterdam, waar de burgemeester hen ontvangt. Verder staat er een korte stadswandeling op het programma door historisch Brielle. Zelfs een bezoek aan de protestantse Catharijnekerk, die een toren heeft met 318 treden, ontbreekt niet. „Maar of ze die allemaal zullen betreden, is nog maar de vraag”, lacht De Witte.