De elektrische fiets is voorzien van een elektromotor, die de kracht op de pedalen aanvult. Vooral een uitkomst bij zware omstandigheden. Bijvoorbeeld als je een heuvel opgaat, of zware tegenwind hebt. Op eigen kracht een zware beproeving. Met hulp van de elektromotor goed te doen.Zitten de omstandigheden mee en kun je op eigen kracht nog een lekker vaartje halen, dan schakelt de motor van zelf uit. Een uitkomst voor veel mensen. Je blijft gewoon fietsen, maar je hoeft daar geen te zware inspanning voor te leveren. De elektrische fiets is dan ook een succes en er worden er inmiddels zo’n 10.000 per jaar verkocht.

Een elektrische fiets geeft alleen steun als de fietser zelf ook trapt en de steun is beperkt tot zo’n 20 km/u. Met een elektrische fiets kun je niet sneller dan met een gewone. Voor de verkeerswetgeving is de elektrisch exemplaar dan ook een gewone fiets. Je mag overal komen waar gewone fietsers ook mogen fietsen. De elektrische fiets is voor alle leeftijden, je hebt geen rijbewijs nodig. En de fiets hoeft geen duur toelatingskeurmerk te hebben om op de weg toe gelaten te worden.

Kortom, de elektrische fiets is gewoon een fiets -weliswaar een speciale- en toch geldt een rare uitzondering. Voor de elektrische fiets geldt een verplichte WA-verzekering. Een verzekering die ook verplicht is voor motorvoertuigen: auto, motor, brommer en snorfiets. Dat klink vreemd en dat is het ook. De reden voor deze vreemde uitzondering is dat het ministerie van Justitie bepaalt welke voertuigen een verplichte WA-verzekering nodig hebben, terwijl het ministerie van Verkeer & Waterstaat de verkeerswetgeving bepaalt. Dus Justitie vindt het een motorvoertuig en Verkeer & Waterstaat een fiets.

Dat is aan gebruikers van elektrische fietsen nauwelijks uit te leggen. Zij beschouwen het als bijzonder onrechtvaardig. Mensen schaffen een elektrische fiets aan om te blijven fietsen, om gezond te blijven bijvoorbeeld. En de overheid vindt het nota bene belangrijk dat we met zijn allen de fiets blijven gebruiken. Over de verplichte verzekering krijgen de fietsersbond en ouderenbonden dan ook regelmatig klachten. De Fietsersbond is daarom, samen met de ouderenbonden, een lobby naar het ministerie van Justitie gestart om deze verplichting af te schaffen.

Tot nu toe is de uitkomst van de lobby onzeker. Het ministerie van Justitie vindt namelijk dat gebruikers van elektrische fietsen een hoger risico lopen om een ongeluk te veroorzaken dan gewone fietsers. Het belangrijkste argument daarvoor is dat gebruikers van elektrische fietsen gemiddeld 2 km/u harder fietsen dan gebruikers zonder elektrische fiets.

Dat argument lijkt echter op een klassiek geval van liegen met statistiek. Iemand die overstapt van een gewone fiets naar een elektrische fiets, zal inderdaad harder gaan fietsen. Maar dat is natuurlijk omdat die fietser de elektrische fiets nodig heeft om nog normaal te kunnen fietsen. Zonder die fiets zou die helemaal niet meer gaan fietsen, maar bijvoorbeeld in de auto of op een scootmobiel stappen. Vergelijk je de groep fietsers met normale gezonde fietsers van gelijke leeftijd, dan fietsen ze helemaal niet harder. De Fietsersbond en de ouderenbonden hopen dan ook dat het ministerie tot inkeer komt en deze volstrekt overbodige maatregel afschaft.

Kees Bakker, Fietsersbond