Dit blijkt uit vrijdag gepubliceerde cijfers van het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS). Het recordaantal van bijna 20 miljoen betreft vakanties van vier of meer overnachtingen. Van de Nederlanders gingen er 12 miljoen, ofwel driekwart van de bevolking, vorig jaar voor een of meer lange vakanties van huis.

Verder gingen 5,4 miljoen Nederlanders eropuit voor een korte vakantie van een en maximaal drie overnachtingen. Het totale aantal korte vakanties kwam voor het eerst uit boven de 12 miljoen, aldus het CBS.

Van de lange vakanties werden er 8,1 miljoen in Nederland en 11,8 miljoen in het buitenland doorgebracht. De meeste vakanties in eigen land werden ook vorig jaar doorgebracht in de Noordzeebadplaatsen. Frankrijk blijft de meest populaire buitenlands vakantiebestemming.

In Nederland waren vooral de badplaatsen in de provincie Zeeland in trek. Het toeristengebied Veluwe en Veluwerand moest vorig jaar de tweede plaats afstaan aan de Groningse, Friese en Drentse zandgronden. De invloed van de mkz-crisis lijkt op deze ontwikkeling slechts zeer beperkt te zijn geweest, aldus het CBS.

Het bureau turfde verleden jaar 4 miljoen lange vliegvakanties. Niet eerder werd zo’n hoog aantal behaald. De groei speelde zich af vóór september, de maand van de aanslagen in de Verenigde Staten.

Het aantal korte vakanties in eigen land was met 9,7 miljoen uitzonderlijk hoog, terwijl de in het buitenland doorgebrachte korte vakanties vrijwel op hetzelfde peil bleven als in 2000.

Van het bedrag van 10,8 miljard euro dat aan alle vakanties samen (lang en kort) werd uitgegeven, werd 8,6 miljard euro besteed aan buitenlandse vakanties. Ten opzichte van 2000 is dat 3 procent meer. In eigen land zijn de uitgaven met 8 procent gestegen tot ruim 2,2 miljard euro. Zowel in binnen- als buitenland kwam de groei bijna uitsluitend tot stand door een toename van het aantal vakanties. De gemiddelde uitgave per vakantieganger bleef vrijwel gelijk.