De NAM wil proefboren in de kuststrook bij de kop van Noord-Holland, het uiterste puntje van de Waddenzee.

Volgens de Waddenvereniging had het ministerie de vergunning niet mogen geven omdat het gebied onder Europese richtlijnen voor natuurbescherming valt. Ook zou een proefboring in strijd zijn met de geldende vogelrichtlijnen. „Juist in dit gebied van de kustzone is een speciale beschermingszone voor vogels opgenomen, een kwetsbaar gebied waarbij een proefboring extra schadelijk zou zijn”, aldus J. Veltman, advocaat van de Waddenvereniging, vrijdag.

Het ministerie meent dat de toetsing van de natuur- en vogelrichtlijnen pas bij de locatievergunningen aan bod moet komen. De vergunning is in 1996 verleend in het kader van de Wet Opsporing Delfstoffen. Volgens het ministerie van Economische Zaken gelden bij deze wet geen milieuoverwegingen.

De NAM benadrukt dat een proefboorvergunning niet inhoudt dat er daadwerkelijk mag worden geboord. De vergunning geeft alleen aan dat andere bedrijven van eventuele vervolgactiviteit worden uitgesloten. Voor het daadwerkelijk boren moeten nog andere vergunningen worden toegekend, wat andere procedures met zich meebrengt.

Uitspraak van de bestuursrechter binnen zes weken.