Binnenland

„Geen Sodom en Gomorra in krijgsmacht”

DEN HAAG - Als krijgsmachtadjudant maakt hij deel uit van de persoonlijke staf van generaal Dick Berlijn, Nederlands hoogste militair. Willem Tanis (55) -vertegenwoordiger van het voltallige korps van onderofficieren- trekt morgen na 35 jaar zijn legeruniform uit. „Dat het in de krijgsmacht een Sodom en Gomorra zou zijn, berust echt niet op de realiteit.”

6 April 2006 11:07Gewijzigd op 14 November 2020 03:38
Tanis: ...ontzag…
Tanis: ...ontzag…

Halverwege het gesprek pakt Tanis een Bijbeltje uit zijn binnenzak. „Het Nieuwe Testament in hedendaags Nederlands. Ik draag het altijd bij me, omdat ik het belangrijk vind om ook op reis erin te lezen.”Tanis -in zijn vrije tijd voorzitter van een PKN-wijkgemeente in Voorburg en lid van het moderamen- bezocht regelmatig gebieden waar Nederlandse militairen op missie zijn. „Ik keek hoe de operatie verliep en of ze goed was voorbereid. Mijn bevindingen kon ik ongefilterd bespreken met Berlijn. Hij hoorde rechtstreeks uit het veld wat er speelt.”

Na een actieve loopbaan bij marechaussee en de landmacht is de geboren Dirkslander momenteel bijna vijf jaar krijgsmachtadjudant. „Door allerlei missies werd de krijgsmacht plotseling veel actiever. De onderofficier in het veld kreeg daarmee een grote verantwoordelijkheid op zijn schouders. Het werd belangrijk dat iemand het onderofficierskorps van landmacht, luchtmacht en marine naar boven toe vertegenwoordigt.”

Wat heeft tijdens uw werkbezoeken indruk op u gemaakt?
„Ooit ging ik mee op patrouille in de Afghaanse hoofdstad Kabul. We moesten wel acht keer stoppen, omdat een Afghaan zijn kalasjnikov op ons gericht hield. De eerste keer schrok ik, maar al snel voelde ik een soort gewenning.

Daarentegen moeten de manschappen die daar voor een veel langere periode zijn juist voortdurend alert blijven op elk gevaar dat dreigt. Daar neem ik echt m’n petje voor af.”

Tanis is trots op de kwaliteit van de buitenlandse missies die de Nederlandse krijgsmacht uitvoert. „Een Afrikaanse officier nam ik eens mee op werkbezoek naar Bosnië. In Afrika schieten ze net zolang tot het rustig is. Maar toen de man in Bosnië zag dat wij contact probeerden te maken met de bevolking om hun vertrouwen te winnen, viel zijn mond open van verbazing. „You are mad”, zei hij.”

De berichtgeving rond met name het seksueel wangedrag op een marinefregat zal het imago van de krijgsmacht geen goed hebben gedaan.
„Dat het bij de krijgsmacht een Sodom en Gomorra zou zijn, berust echt niet op de realiteit. In iedere organisatie gebeuren dingen die absoluut niet door de beugel kunnen. Door de voorbeeldfunctie die de krijgsmacht heeft, zit hij in een glazen huisje. Juist bij defensie hebben we tucht, normen en waarden hoog in het vaandel staan. Van de 64.000 mensen die bij defensie werken, gaan er misschien twintig op een dergelijke wijze in de fout. Het is ontzettend zuur dat een paar militairen het bederven voor de rest.”

Moet normbesef deel van de opleiding of deel van de keuring van rekruten worden?
„Met het huidige normbesef is niets mis. Het vormingsaspect en normbesef van rekruten maakt altijd al prominent deel uit van de opleiding. Uit mijn tijd bij de landmacht weet ik nog dat ik jongens die zeiden dat ze ziek waren thuis opzocht. De ouders zeiden dan tegen me: Neem hem alsjeblieft mee, want hij is helemaal niet ziek. Voor hun meerderen in het leger hadden die jongens meer ontzag dan voor hun eigen ouders.”

Is de aanwezigheid van vrouwen op marinefregatten wel gewenst?
„Pesterijen komen ook voor binnen de krijgsmacht. Moeten we dan maar allen die gepest worden wegsturen omdat zij ongewenst gedrag in de hand zouden werken? Met name de aanwezigheid van vrouwen draagt bij aan een goede sfeer bij de krijgsmachtonderdelen.

Bovendien speelt dit probleem niet alleen bij de marine. De ruimtes op een boot zijn krap, maar de ruimte die een militair straks in een besloten kampement in Uruzgan heeft, is niet veel groter.”

De scheidend krijgsmachtadjudant heeft alle vertrouwen in de missie naar Uruzgan. „Het is uitdagend en we gaan er goed voorbereid naartoe. We gaan er niet argeloos mee om, maar we moeten er gewoon rekening mee houden dat er slachtoffers gaan vallen.”

Militairen die weigerden mee te gaan naar Uruzgan zijn geschorst. Heeft hun beslissing te maken met de hoge uitzendfrequentie?
„Hun keuze om af te haken kan ik echt niet begrijpen. Ze hebben er nota bene zelf bewust voor gekozen het leger in te gaan. Ze weten dat er uitzendingen plaatshebben en dat zij daarbij kunnen horen. Ten tijde van de Koude Oorlog deden we als krijgsmacht niet veel anders dan oorlogje oefenen langs een kanaal. Nu doen we ook écht wat. Gelukkig staat het merendeel te trappelen om naar Uruzgan te gaan.”

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer