Eén dame legt de bouwbeurs plat
AMSTERDAM - Vrouwen zie je nauwelijks op de BouwRai. Voor één dame ging woensdag de hele beurs plat. „Simpel, ze is van beton.”
Zo veel journalisten hebben de organisatoren van de BouwRai in Amsterdam nog nooit gezien. Maar ze komen niet voor stenen, dakgoten of verkeersdrempels. Ze komen voor Verdonk.De minister van Vreemdelingenzaken kiest de expositie uit om zich definitief kandidaat te stellen voor het lijsttrekkerschap van de VVD.
Ondanks de aanwezige traditionele VVD-achterban van ondernemers klinkt er slechts een bescheiden applaus als Verdonk haar persconferentie begint met de woorden: „Ik doe het.”
Wat de minister voor Vreemdelingenzaken en Integratie op de BouwRai te zoeken heeft, is onduidelijk. Over de presentatie is nagedacht. Het spreekgestoelte is zo neergezet dat op de televisiebeelden achter Verdonk de toegestroomde standhouders zijn te zien. Afgekeken van de Amerikanen.
„Kijk naar al die ondernemers hier vandaag, prachtig”, zegt de kandidaat-lijsttrekker. Nederland moet weer „een ondernemend land” worden, waarop mensen trots kunnen zijn. „De Nederlander moet weer kunnen lachen om zijn loonstrookje.”
Na een halfuurtje is het pandemonium voorbij en gaan bezoekers en standhouders weer over tot de orde van de dag: handel.
Wie niet in de bouw zit, heeft op de beurs eigenlijk weinig te zoeken. Vrouwen zie je er nauwelijks of ze zijn er om folders en gadgets uit te delen. De BouwRai is een verzameling van projectontwikkelaars, architectenbureaus, wegenbouwers en loodgieters.
Met elkaar zijn ze het erover eens dat de bouw zich opmaakt voor een nieuw soort woningbouw. „We leven in een post-Vinex-periode”, aldus algemeen directeur Blank van ruimtelijk advies- en architectenbureau BVR. „Ik zie dat in de toekomst niet de hoeveelheid, maar de kwaliteit van wat wij bouwen voorop komt te staan.”
De tijd dat grote nieuwbouwwijken snel uit de grond worden gestampt is voorbij. Het moet in de toekomst anders en vooral kleinschaliger.
De klachten over Vinex-locaties zoals Leidsche Rijn bij Utrecht, het Amsterdamse IJburg en Ypenburg bij Den Haag zijn legio. Er zijn te weinig parkeerplaatsen, het aantal voorzieningen is veel te laag, de wijken zijn te grootschalig, sociale cohesie tussen bewoners is er niet en voor een beetje groen in de buurt moet je naar de berm langs de snelweg.
Rijksoverheid, projectontwikkelaars, bouwers, architecten en stedenbouwkundigen weten nog niet precies hoe voldoende woningen gebouwd kunnen worden, maar ze zijn het er wel mee eens dat het anders moet dan nu.
„We moeten naar minder grootschaligheid”, aldus Willem de Jager, vastgoeddirecteur van bouwbedrijf Heijmans. „Er moet op veel meer, maar dan kleinere plekken, gebouwd worden.”
Zoals de nieuwe woonwijk Haverleij bij Den Bosch. Woningen staan dicht op elkaar, maar de wijk is ingepast in het landschap en oogt intiem met een eigen binnenplaats.
De sleutel ligt eigenlijk in de volgorde van bouwactiviteiten. In Vinex-wijken zijn eerst de huizen gebouwd en is later de infrastructuur aangelegd. Eigenlijk moet dat andersom. „Eerst de bomen, dan de stenen.”