Buitenland

Saddam bekent doodvonnis sjiieten

BAGDAD (AP) - Voor de eerste keer in het al een halfjaar durende proces tegen Saddam Hussein is de voormalige president van Irak ondervraagd door de aanklagers. Saddam erkende de doodvonnissen te hebben ondertekend van sjiitische verdachten van een mislukte aanslag op zijn leven in Dujail in 1982.

6 April 2006 08:38Gewijzigd op 14 November 2020 03:38
BAGDAD - De voormalige president van Irak Saddam Hussein heeft erkent dat hij de doodvonnissen ondertekende van sjiitische verdachten van een mislukte aanslag op zijn leven in Dujail in 1982. Foto ANP
BAGDAD - De voormalige president van Irak Saddam Hussein heeft erkent dat hij de doodvonnissen ondertekende van sjiitische verdachten van een mislukte aanslag op zijn leven in Dujail in 1982. Foto ANP

Verder hield de ex-president een paar lange monologen en bestreed hij opnieuw de legitimiteit van de rechtbank.Volgens hoofdaanklager Jaafar al-Moussawi werden 148 sjiitische inwoners van Dujail na een schijnproces ter dood veroordeeld, als wraak voor een mislukte aanslag op Saddam. Gevraagd naar het ondertekenen van hun doodvonnissen, zei Saddam dat het gepresenteerde bewijsmateriaal in zijn ogen overtuigend aantoonde dat de verdachten betrokken waren geweest bij het moordcomplot tegen hem.

Al-Moussawi vroeg Saddam of hij wist dat 28 van de terdoodveroordeelden jonger dan 18 jaar waren, een zelfs maar 11, en toonde een aantal van hun identiteitskaarten. Het is eenvoudig om identiteitskaarten te vervalsen, antwoordde Saddam. „Is het de verantwoordelijkheid van het staatshoofd om de identiteitskaarten van verdachten te checken om te zien hoe oud ze zijn?”

Saddam weigerde duidelijk antwoord te geven op de vraag of de handtekeningen onder documenten die onderscheidingen toekenden aan bij de actie tegen inwoners van Dujail betrokken inlichtingenofficieren van hem waren. Hij ging niet zover om te zeggen dat het vervalsingen betrof. Als bewezen wordt dat een handtekening onder welk document dan ook van hem is, dan neemt hij daarvoor de verantwoordelijkheid, zei hij.

Saddam eiste dat een onpartijdig, internationaal orgaan nagaat of de handtekeningen van zijn hand zijn. Eerder had hij opnieuw de legitimiteit van de rechtbank in twijfel getrokken en het „sjiitische ministerie van Binnenlandse Zaken” beschuldigd van het vermoorden en martelen van duizenden Irakezen.

Saddam had zo’n drie weken geleden ondervraagd moeten worden, maar hij gaf toen een onsamenhangende toespraak waarin hij soennieten en sjiieten opriep het sektarische geweld te beëindigen en samen tegen het Amerikaanse leger te vechten. Na een woordenwisseling besloot de rechter daarop een groot deel van de sessie achter gesloten deuren te laten plaatsvinden zodat Saddam zijn toespraak kon afmaken.

Saddam en zeven medeverdachten worden mogelijk veroordeeld tot dood door ophanging als ze schuldig worden bevonden aan de strafexpeditie tegen de 148 sjiieten na de mislukte aanslag in Dujail op 8 juli 1982.

De aanklager maakte dinsdag bekend dat Saddam in een tweede rechtszaak wordt aangeklaagd wegens Operatie Anfal, de militaire campagne in 1988, aan het einde van de oorlog met Iran, die ten doel had Koerdische onafhankelijkheidsstrijders te onderwerpen. Volgens de aanklacht hadden tijdens de operatie wrede aanvallen op burgers plaats en werd zenuwgas gebruikt om dorpelingen te doden.

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer