Vals
Niet vreemd is het oordeel over leraars die door onbehoorlijke middelen zich haasten naar een beroep. Het zijn geen rechte herders, want door het kwade oogmerk dat ze hebben, met de onbehoorlijke middelen die zij gebruiken, vervalt hun gehele dienst voor God. Het zijn leraars zonder Christus.
Als het maar geen leraars tegen Christus zijn. Tot zulke zeg ik hetzelfde wat Augustinus zei: „U beeldt zich in een herder te wezen, maar God rekent u niet beter dan een bok.” Daarom staat hun een zwaar oordeel te wachten in de laatste dag van rekenschap.Ondertussen laat God wel toe dat zo iemand door onwettige middelen tot de predikdienst geraakt en daarin soms lang blijft. Is het niet tot zijn eigen profijt, nochtans werkt de Heere door zijn dienst in Zijn kerk wat profijtelijks.
Hij is als een dood lichaam waar de Heere welriekende bloemen op strooit, die wel aangenaam zijn voor de gemeente, maar niet voor hemzelf. Hij is maar een fluit waardoor de Heilige Geest ten beste van Zijn kerk blaast. Maar, wanneer Hij u genoeg gebruikt heeft, zal Hij u wegwerpen als een onnuttig instrument.
Everhardus Bornaeus, predikant te Bolsward
(”De getrouwe Harder”, 1669)