„Oekraïne is veel armer dan Rusland”
Hoe is het leven als christen in een voormalige republiek van de Sovjet-Unie. Buitenlandredacteur Dick Tromp is te gast bij een baptistengezin in Oekraïne. Vandaag: Gastvrijheid.
Het wordt druk in huis bij de Sjostenko’s. Marina, een nicht van Galina uit het Russische Sint-Petersburg, is samen met haar vriend Misja op bezoek in Zhitomir. Ze blijven twee nachten slapen. Aangezien beide slaapkamers in huis al bezet zijn, wordt de woonkamer omgebouwd tot slaapvertrek.Gastvrijheid staat in Oekraïne hoog in het vaandel. Al moeten de mensen hun laatste reserves aanspreken, ze zullen er altijd voor zorgen dat het hun gasten aan niets ontbreekt. Een aantal gaat zelfs zover dat ze geld lenen, als een bezoek in financieel opzicht niet gelegen komt.
„Als je iemand wilt bezoeken, bel je hem niet op met de vraag of je even langs kunt komen, maar dat kondig je gewoon aan”, zegt Vladimir Kroetsjinin, een van Galina’s collega’s. „Weigeren doe je hier nooit. Natuurlijk, komt het niet altijd uit. Maar dat kan de gastheer zijn gasten altijd duidelijk maken als ze eenmaal binnen zijn. Daar wordt niet moeilijk over gedaan. Maar iemand de toegang tot zijn woning weigeren, is ondenkbaar.”
Die gastvrije houding wordt je als kind al met de paplepel ingegoten. „Mijn ouders waren arm en ik wilde nooit een vriendje in huis laten. Mijn vader gaf me echter te verstaan dat ik nooit iemand buiten mocht laten staan”, aldus Kroetsjinin.
Het spreekt dan ook voor zich dat Marina (26) en Misja (33) meer dan welkom zijn in huize Sjostenko. Marina is de dochter van de oudste broer van Galina. Samen met haar ouders en haar jongere zus Galina (23) -inderdaad, vernoemd naar haar tante- groeide Marina op in Korestin, een stad op 100 kilometer afstand van Tsjernobyl. De stad die wereldwijd bekend werd vanwege het ongeluk met de aldaar gevestigde kerncentrale op 26 april 1986.
„Op 27 april hoorden we op het nieuws dat er in de centrale een ongeluk had plaatsgevonden. Meer informatie kregen we niet”, vertelt Marina. „Mijn ouders namen echter geen enkel risico en brachten ons naar onze oma in Irkoetsk - een stad op zeven dagen treinreizen afstand. Zelf keerden ze terug naar Korestin. Een jaar lang zagen we elkaar niet. Daarna af en toe.”
Na vier jaar besloten de ouders van Marina hun kinderen achterna te reizen. „Dat betekende hun bankroet. In Korestin hadden we een prachtig huis, dat werd verkocht. Maar omdat in die periode de Sovjet-Unie uit elkaar viel, had Oekraïne de roebel afgeschaft. De munteenheid die daarop was ingevoerd, bleek ten opzichte van de roebel niets waard.”
Bij de overheid klopte Marina’s ouders tevergeefs aan. „Als ze twee jaar later waren vertrokken, hadden ze in aanmerking kunnen komen voor compensatie. Nu visten ze achter het net. Allemaal dankzij de bureaucratie.”
De eerste jaren in Irkoetsk waren dan ook vreselijk zwaar. „In eerste instantie woonden we alle vier bij mijn oma. Vier mensen in één kamer. Nadat mijn moeder een baan had gevonden, werd de situatie beter.”
Tegenwoordig woont Marina in Sint-Petersburg, waar ze aan de universiteit haar studie telecommunicatie heeft afgerond en een baan in die sector heeft. In de zomer hoopt ze te trouwen met Misja, die een managersfunctie heeft in een wodkafabriek.
Terugkeren naar Oekraïne wil Marina niet meer. Twee jaar geleden heeft ze Korestin voor het eerst sinds de ramp weer bezocht. Contacten in de stad heeft ze niet meer.
Ook Misja heeft er geen belang bij om naar Oekraïne te emigreren. „Oekraïne is veel armer dan Rusland, dat zich na 1991 economisch veel beter heeft ontwikkeld. Bovendien zijn de verschillen tussen arm en rijk hier veel groter.”
Wat de Rus trof, was dat iedereen in Oekraïne over politiek praat. Van de Oranjerevolutie eind 2004 krijgt hij bepaald geen warme gevoelens. „Ik zag het op de televisie. Iedereen in Rusland begreep dat Joesjtsjenko uiteindelijk aan het langste eind trok omdat het Oranjekamp meer geld had.”
Ook Marina heeft niets met de vreedzame omwenteling van anderhalf jaar geleden. „Oekraïense vrienden van mij trokken naar Kiev om aan de demonstraties deel te nemen. Toen ze terugkwamen vertelden ze dat aanhangers van de oppositie sinaasappels hadden uitgedeeld waarin stimulerende middelen zaten.” Een verhaal dat in Rusland voor zoete koek wordt geslikt.
Volgens Misja is er in Rusland meer vrijheid dan in Oekraïne. Dat president Poetin in Rusland steeds autocratischer optreedt, ontkent hij. „Wij hebben veel politieke partijen. Dat president Poetin de verkiezingen wint, komt doordat veel mensen begrijpen dat hij een goede president is voor ons land. De overheid controleert weliswaar de media, maar we hebben genoeg vrije zenders waar alles mag worden gezegd. Tsjetsjenië is een verhaal apart. Daar spelen andere belangen.”
Of hij niet in een land wil wonen waar je over een onderwerp als Tsjetsjenië vrijuit kunt spreken? „Dat verandert toch niets”, is de nuchtere reactie.