Niet te pessimistisch over toekomst kerk
Er is geen middel tegen de doorzettende kerkverlating in Europa, stelde de Schotse godsdienstsocioloog prof. Steve Bruce onlangs in deze krant. Drs. B. Coster herkent dingen in de analyse van Bruce, maar is toch minder pessimistisch. Hij wijst daarbij op de kerkgeschiedenis.
Heeft de christelijke kerk in Europa toekomst? De Schotse godsdienstsocioloog Steve Bruce meent van niet. In het Reformatorisch Dagblad van 16 februari is hij volstrekt duidelijk: de secularisatie is onomkeerbaar. Nog stelliger is hij wat betreft de onmogelijkheid om de neergang te keren door vernieuwingen. Zelfmoord, zegt hij. Ter gelegenheid van het seminarie over ”Zending keert terug naar Europa” in Castelldefels bij Barcelona werd mij gevraagd een reactie te schrijven op het pessimistisch perspectief van Bruce.Het zou van vermetelheid getuigen de studie van Bruce niet ernstig te nemen. Alle seinen staan op rood. Toch schiet hij in de beschrijving van de achtergronden tekort. Hij ziet de secularisatie als een haast autonome ontwikkeling, gerelateerd aan het moderne leven. Genoemd worden individualisme, relativisme en autonomiegevoel.
Echter, met dit beeld generaliseert Bruce een patroon dat enkel voor Europa geldt. Niet overal in de wereld zijn moderniteit en christendom tegenstellingen. In de VS gaan ze wel samen en in andere delen van de wereld is de kerstening zelfs de stimulans tot modernisering.
Bovendien, het Europese ongeloof is geenszins een zelfstandige kracht. Het moest gepropageerd worden en dit is gebeurd met alle kracht door onderwijs, wetenschap, politieke indoctrinatie, kunst en zelfs door de theologie. Het argument bij uitstek was en is het falen van de kerk door de eeuwen.
Moreel fascisme
Is de ontkerstening een noodlot? Bruce heeft er geen ander woord voor. Ontkerstening is echter desintegratie van onze cultuur, een crisis, zelfs een oordeel waarin oorzaken en gevolgen elkaar versterken.
Onomkeerbaar? De toekomst is in ieder geval niet aan het secularisme. Het einde ervan kondigt zich reeds aan in het diepe pessimisme dat zich meester heeft gemaakt van onze cultuur. We ervaren dat op basis van het seculairexx humanisme geen nieuwe cultuur gesticht kan worden, slechts een hedonistische, nihilistische en cynische samenleving; moreel fascisme, een wereld waarin de politiek en uitsluitend de politiek de waarden, normen en deugden vaststelt.
Bruce beseft dat het gaat om de waarheid van God: „Als er een opwekking plaatsvindt, is dat voor mij wel het ultieme bewijs dat er een god is.” Wat bedoelt hij? Geen enkel historisch fenomeen -ook geen opwekking- heeft het ultieme bewijs van God in zich. De hoogste waarheid van God in de geschiedenis is de opstanding van Christus. Welke bewijskracht heeft vervolgens een opwekking boven een individuele bekering? Heeft niet elke bekering van een modern of postmodern mens tot het geloof in Christus het bewijs in zich dat de secularisatie in principe omkeerbaar is?
Als Bruce een opwekking vraagt om in God te geloven, waarom laat hij dan die van het verleden niet gelden? Was er verwachting voor de christelijke kerk in de vijftiende eeuw, de eeuw die zijn beste vertegenwoordigers, Hus en Savonarola, op de brandstapel zette? Was er verwachting in de achttiende eeuw? Toch kwam het in deze eeuwen tot reformatie en opwekking. Onze wereld ontkerstent, het christelijk geloof verliest relevantie, het aantal gelovigen is klein en hun kracht gering, maar het Evangelie van Jezus Christus blijft onaangetast. Gebleken is in de geschiedenis dat dit Evangelie op de meest onverwachte momenten weer actueel kan worden. Niemand kan uitsluiten dat volgende generaties, in het besef van het verlies van alles wat het leven zin, doel en richting geeft, weer gaan vragen naar de waarheid van God en mens. Zo heeft God al vele malen gewerkt, in Israël en in de christelijke kerk.
Bonhoeffer
Steve Bruce waarschuwt voor elke vorm van aanpassing aan de trend van de tijd: eigentijdse vormen versnellen het faillissement, conservatisme houdt de zaak het langst in stand, sluit dus geen compromissen. Wie dit advies letterlijk neemt, zal bang zijn voor alle vernieuwing.
Echter, zonder vernieuwing van de christelijke kerk is de ontkerstening ongetwijfeld onomkeerbaar. Deze vernieuwing, als ze komt, is slechts genade. Evenwel, in de verwachting van haar komst mogen de christenen gestalte geven aan de hoop op een kerk die ondubbelzinnig Christus belijdt en Hem gehoorzaamt en tegelijk onbevreesd eigentijds en modern is, zodat ze onbeschaamd, met gebruik van alle waardige middelen, de naam van Christus verkondigt in een wereld die Hem ongehoorzaam geworden is.
Is dit geen ijdele hoop? „Het is niet aan ons de dag te voorspellen”, schrijft Dietrich Bonhoeffer in mei 1944, „maar die dag zal komen, dat er weer mensen geroepen worden om zó Gods Woord te spreken dat de wereld erdoor verandert en zich vernieuwt. Het zal een nieuwe taal zijn, volkomen a-religieus misschien, maar bevrijdend en verlossend als de taal van Jezus; de mensen zullen ontsteld zijn maar zich gewonnen geven aan haar kracht; een taal van een nieuwe rechtvaardigheid en waarheid, een taal die de vrede verkondigt tussen God en de mensen en de nabijheid van Zijn Rijk” (Dietrich Bonhoeffer, ”Verzet en overgave”, Baarn, 1995, blz. 251).
De auteur is medewerker van de Spaanse Evangelische Zending in Spanje en predikant in de Iglesias Reformadas Españolas.