Toetreding van Roemenië en Bulgarije op 1 januari hangt af van de hervormingen in het land. De huidige 25 EU–landen kunnen de komst van de Balkanlanden een jaar uitstellen als de modernisering te langzaam gaat. Een besluit daarover valt in juni, na een voorstel van de Europese Commissie op 16 mei.Rehn stelde maandag alvast dat beide landen voortgang hebben geboekt sinds zijn laatste verslag in oktober. „Zowel Bulgarije als Roemenië heeft vastberadenheid getoond om de noodzakelijke resterende hervormingen door te voeren”, meldde de Europees Commissaris.

Hij kritiseerde echter Bulgarije wegens diens zwakke strijd tegen criminaliteit en het wankele rechtsstelsel. „De hervorming is nog niet tevredenstellend”, zei hij, doelend op het gebrek aan transparantie, efficiëntie en onafhankelijkheid van rechters.

Over de strijd tegen de corruptie in Bulgarije spreekt Rehn slechts over „eerste stappen”: het land moet nu tastbare resultaten boeken, zoals dagvaardingen en veroordelingen.

Over Roemenië toonde de Europees Commissaris zich positiever. Het land gaat vooruit in de strijd tegen corruptie, hoewel het slechts voorlopige signalen betreft. Mensensmokkel en discriminatie van de Roma–minderheidsgroep blijven echter een probleem voor Roemenië, stelde Rehn.

VVD–leider Maaten in het Europarlement deelt de kritiek van Rehn op Bulgarije. „De Bulgaarse misdaad ondervinden we nu al in West–Europa; er zit een probleem achter van corruptie en een onvoldoende functionerend rechtsstelsel”, stelde Maaten. „Jammer, een jaar geleden zag het er rooskleuriger uit. Het lijkt of het is stilgevallen. Deze dingen moeten voor elkaar zijn voor half mei. Anders moeten we toetreding een jaar uitstellen”.