Oudpolitici vrezen verscheurd Nederland
DEN HAAG (ANP) – Zeven seniore politici van verschillende partijen hebben elkaar gevonden in hun onvrede over de harde toon in het maatschappelijke debat over de verhouding tussen autochtonen en allochtonen in Nederland. Ze vrezen dat de Nederlandse samenleving verscheurd raakt.
Onder de initiatiefnemers zitten oudpolitici als oud–VVD–leider Dijkstal, minister van staat Van Kemenade (PvdA), oud–D66–minister Terlouw, voormalig Kamerlid Rabbae van GroenLinks en Meulenbelt, Eerste Kamerlid van de SP.Dinsdag presenteren ze in Den Haag het manifest „Eén land, één samenleving" aan de voorzitters van de jongerenafdelingen van de politieke partijen. „We moeten de krachten bundelen", zei Rabbae maandag. „Doen we niks dan dreigen grote conflicten en botsingen".
De jongerenafdeling van het CDA, CDJA, zal dinsdag niet bij de ondertekening zijn. CDJA–voorzitter Van Bruchem noemt het manifest een „knuffeldocument". Het stuk doet volgens hem geen recht aan wat in de afgelopen drie jaar bereikt is rond inburgering en huwelijksmigratie. Hij mist in het stuk dat ook allochtonen zich moeten inzetten, door Nederlands te leren en daadwerkelijk te integreren. De CDJA–voorzitter „wil niet terug naar de jaren tachtig".
De initiatiefnemers baart vooral de „dreigende emotionele verwijdering" tussen autochtonen en moslims in Nederland grote zorgen. Rabbae zegt in zijn contacten met moslims steeds te merken hoe groot de afstand sinds de aanslagen van 2001 in de Verenigde Staten is. „Nederland was altijd het land van tolerantie en vrijheid, maar we worden stilaan de paria van Europa". Het manifest bepleit een nieuw elan, met bevolkingsgroepen die weer bij elkaar komen.
Het klimaat is volgens het manifest de afgelopen jaren sterk veranderd: „Geen tolerantie en gedogen, maar eisen en sancties. Diversiteit is geen kans of winst, maar een mogelijk gevaar. De van immigranten geëiste integratie komt neer op assimilatie". Over het beleid staat in het manifest: „De toon van het kabinetsbeleid versterkt het ’wij–zij–denken en vervreemdt de nieuwe burgers van bestuur en samenleving. Kortom: de ingeslagen weg werkt averechts. De Nederlandse politiek lijkt eerder gekozen te hebben voor een naar binnen gekeerd provincialisme dan voor een open en tolerante samenleving".