De journalist was het slachtoffer van een bende die vanuit Suriname koffers met tientallen kilo’s cocaïne naar Nederland smokkelde. De koffers werden voorzien van een label met daarop de naam van een nietsvermoedende passagier.

In Nederland werden de koffers door handlangers tussen de lading uitgehaald voordat die op de bagageband terechtkwamen. In één geval kwam een koffer toch op de band en kwam niemand hem ophalen. In de koffer werd vervolgens cocaïne aangetroffen.

Omdat op het label de naam van de Surinaamse journalist stond, werd hij aangehouden toen hij na een bezoek aan Nederland terug wilde naar Suriname. Hij zat twaalf dagen in hechtenis.

Zijn advocaat C. Korvinus toonde bij de rechtbank, na onderzoek bij de Surinaamse Luchtvaart Maatschappij, aan dat Tuur niets van de drugskoffer kon hebben geweten. Het openbaar ministerie heeft ook toegegeven dat Tuur ten onrechte als verdachte aangemerkt is geweest.