Venezuela verstevigt greep op olie
CARACAS - De Amerikaanse oliemaatschappij Exxon Mobil gaat niet akkoord met de nieuwe regelgeving waarmee de regering van Venezuela haar greep op de oliewinning wil verstevigen.
Hoewel Koninklijke Shell en het Franse Total eerder dit jaar onder protest de veranderingen aanvaardden, liet een woordvoerder van het Amerikaanse bedrijf vanuit Texas weten dat Exxon Mobil de Venezolanen zal houden aan de oorspronkelijke afspraken en desnoods een beroep zal doen op internationale arbitrage om zijn gelijk te halen.Donderdag bekrachtigde het parlement van Venezuela het sinds 1 januari van kracht zijnde wettelijke regime dat buitenlandse oliemaatschappijen verplicht al hun exploitatieactiviteiten onder te brengen in joint ventures waarin de staatsoliemaatschappij Petroleos de Venezuela (PDVSA) een meerderheidsbelang van ten minste 60 procent moet krijgen.
De wetgeving voorziet daarnaast in een verdubbeling van het staatsaandeel in opbrengsten uit de oliewinning naar 33,3 procent. Bovendien moeten oliemaatschappijen de helft van hun winsten afstaan aan de Venezolaanse fiscus in de vorm van inkomstenbelasting (voorheen was dit 34 procent).
Volgens minister Rafael Ramirez van Oliezaken blijft er evenwel genoeg winst over om prettig zaken te kunnen doen in Venezuela. „Bedrijven die ons willen helpen met de exploitatie van de oliereserves verdienen een deugdelijke beloning, en krijgen die ook. Maar deze ondernemingen moeten zich er wel rekenschap van geven dat de olie van ons is en wij zeggenschap behouden over de natuurlijke hulpbronnen van het land”, aldus de bewindsman. Over het dwarsliggen van Exxon Mobil maakt minister Ramirez zich ogenschijnlijk geen zorgen. „Zij mogen vertrekken wanneer de nieuwe wetgeving hun niet bevalt. Eerlijk gezegd zien we ze graag gaan”, aldus de bewindsman.
Een week geleden zag de directie van Exxon Mobil zich genoodzaakt de productie van het kleinere La Ceibaveld te staken nadat PDVSA weigerde de daar gewonnen olie nog langer op te nemen in zijn netwerk van pijpleidingen. La Ceiba produceert ongeveer 12.000 vaten ruwe olie per dag. De Amerikanen hebben zich inmiddels teruggetrokken uit verschillende olievelden die zij samen met andere buitenlandse maatschappijen exploiteerden. Zij namen dit besluit nadat de meeste van hun vennoten alsnog akkoord waren gegaan met de veranderde regelgeving, waardoor ook Exxon Mobil deel zou uitmaken van het nieuwe bestel.
Het Amerikaanse bedrijf verwacht de krachtmetingen met de autoriteiten van Venezuela aan te kunnen, juist omdat het Zuid-Amerikaanse land de specifieke kennis van de Texaanse olieboeren niet kan missen. Exxon Mobil is een van de weinige oliemaatschappijen die expertise hebben in het opwerken en kraken van de extra zware olie uit de wingebieden in het bekken van de Orinocorivier, in het oosten van Venezuela. De teervelden in deze regio herbergen het merendeel van de Venezolaanse oliereserves. Exxon Mobil heeft een belang van 41,7 procent in de reusachtige opwerkingsinstallatie Cerro Negro, die 120.000 vaten olie per dag produceert uit zware teer.
Hoewel de Texanen in dit project samenwerken met British Petroleum en PDVSA zijn zij geenszins van plan hun aandeel te reduceren. Volgens olieminister Rafael Ramirez is het evenwel niet de vraag óf de Amerikanen zullen buigen voor de nieuwe wetgeving, maar louter wanneer zij dit zullen doen. „Wij maken hier de dienst uit, en daar valt niets aan te veranderen”, aldus de minister.
Venezuela staat sterk. ’s Werelds vijfde olieproducent zwemt haast letterlijk in de petrodollars en kan zijn vrienden -en vijanden- naar eigen inzicht uitkiezen. De linkse president Hugo Chavez, wiens bolivariaanse revolutie aanstuurt op Zuid-Amerikaanse eenheid om tegenwicht te bieden aan „het imperialistische noorden”, verklaart bij herhaling dat Venezuela zijn olie zal aanwenden voor het begunstigen van gelijkgezinde landen. Chavez laat geen gelegenheid onbenut om de Verenigde Staten eraan te herinneren dat Venezuela zijn olie ook elders aan de man kan brengen. In het kader van het regeringsstreven naar een grotere diversiteit van afnemers zijn reeds samenwerkingsverdragen gesloten met de staatsoliemaatschappijen van Iran, China, India en Rusland. Deze verdragen voorzien ook in de uitwisselingen van technologische kennis.
„Knowhow is ook gewoon te koop. We hoeven daarom de arrogantie van buitenlandse bedrijven die ons de wet voorschrijven niet langer te tolereren. Wat Exxon Mobil en enkele andere bedrijven wellicht nog niet kunnen bevatten, is dat Venezuela niet meer om hen verlegen zit, zoals misschien voorheen het geval was”, zo stelt minister Ramirez, wiens minder diplomatieke uitlatingen deze week bijdroegen aan de hernieuwde stijging van de olieprijs.