Binnenland

Islamitische extremist knipt en plakt volop

DEN HAAG - „Niet eenvoudig.” Zo noemt Sybrand van Hulst, baas van de Algemene Inlichtingen- en Veiligheidsdienst (AIVD), de zoektocht naar islamitisch-extremistische individuen die van achter internet hun eigen jihad voeren.

J. Visscher
31 March 2006 11:45Gewijzigd op 14 November 2020 03:37

Internet werkt als een „turbo van de jihadbeweging”, schetste Van Hulst donderdag in Den Haag, bij de presentatie van het rapport ”De gewelddadige jihad in Nederland”. „Jongeren van soms vijftien, zestien jaar kunnen te hooi en te gras op internet radicale ideeën opdoen. Zo creëren ze hun eigen persoonlijke jihad. Het is de methodiek van het knippen en plakken. Ze halen historische teksten uit hun verband om daarmee geweld te rechtvaardigen.”Voorbeeld is de handel en wandel van de 18-jarige scholier Yahya K. uit Sas van Gent. Op internet had hij bedreigingen geuit aan het adres van onder meer VVD-Kamerlid Ayaan Hirsi Ali en de AIVD. Tijdens zijn arrestatie bleek hij in het bezit te zijn van zelfgemaakte explosieven die hij met via internet achterhaalde kennis in elkaar had gezet. „Het proces van radicalisering en rekrutering had hij geheel doorlopen vanachter zijn beeldscherm in de virtuele wereld”, aldus het rapport.

Bij veel jongeren die inloggen op radicale sites lijkt de behoefte aan aandacht de belangrijkste reden om mee te doen aan radicaalislamitische discussies, constateert het rapport. „Ik chat, dus ik besta, lijkt daarbij het motto. Sommigen creëren zo via internet een schijnwereld die volledig geënt is op de ideologie van de gewelddadige jihad.”

Het wereldwijde computerweb is van groot belang voor -potentiële- terroristen, aldus Van Hulst. „Via de pc kunnen aanslagen worden voorbereid. Op internet worden reisvoorbereidingen van en naar bijvoorbeeld Irak getroffen. Ook zijn er teksten te vinden over het maken van explosieven. Doordat trainingskampen in Afghanistan en Pakistan deels zijn weggevallen, fungeert internet steeds meer als een virtueel trainingskamp.”

Het AIVD-rapport meldt dat leden van extremistische groeperingen „steeds professioneler” gebruikmaken van internet. „Steeds vaker hanteren ze codewoorden en versleutelen ze de onderlinge communicatie. Terwijl op radicaliseringssites vaak open wordt gediscussieerd, nemen leden van jihadistische netwerken vaker hun toevlucht tot afgeschermde communicatie.”

De „grote dreiging”, waarschuwt de AIVD, is dat de „virtuele dreiging” wordt omgezet in een daadwerkelijke aanslag. Van Hulst: „De virtuele netwerken zijn buitengewoon lastig aan te pakken. Je moet er bijvoorbeeld achter zien te komen welke personen achter bepaalde radicale sites schuilgaan.”

De rechter veroordeelde onlangs negen van de veertien leden van de Hofstadgroep tot celstraffen. Wat is het oordeel van de AIVD-baas over dat vonnis in het terreurproces? „Ik wil er niet al te veel over zeggen. Wel blijkt dat het strafrecht aanknopingspunten biedt om terreurverdachten te veroordelen. Ook heeft de rechter toegestaan dat er gebruik wordt gemaakt van AIVD-informatie. Dat is plezierig.”

Is de dreiging van een aanslag sinds november 2004, de maand van de moord op Theo van Gogh, afgenomen? Van Hulst: „Ik kan niet zeggen of die dreiging toe- of afgenomen is. Wel bestaat er nog steeds, zoals dat in Haags jargon heet, een substantiële dreiging.”

Veel terreurverdachten die een tijd in de cel hebben doorgebracht, zijn weer op vrije voeten. Bestaat het gevaar dat ze in hun omgeving ontvangen worden als helden? Van Hulst: „In veel gevallen zie je dat deze mensen hun radicale ideeën blijven uitdragen. Ze sluiten zich opnieuw aan bij netwerken en stijgen in aanzien. Ze dienen uitdrukkelijk als rolmodel. In een aantal gevallen keren die vrijgelaten verdachten het radicale gedachtegoed de rug toe.”

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer