Binnenland

Topambtenaar met zeebenen

De Bijbel is het boek dat hij mee zou nemen naar een onbewoond eiland. „Een inspirerend boek”, zegt de man die al enkele jaren aan het roer van de marine staat. Kroon en anker op de revers, drie sterren aan de uiteinden van het zwarte jasje. Geen geneuzel, is het credo van vice-admiraal Cees van Duyvendijk, de zilvergrijze bevelhebber der zeestrijdkrachten. „In mijn hart ben ik een operationele krijger.”

Riekelt Pasterkamp
5 July 2002 10:00Gewijzigd op 13 November 2020 23:40
Vice-admiraal Cees van Duyvendijk, bevelhebber van de Koninklijke Marine, neemt begin volgend jaar afscheid. „Ik ben een direct mens. Flap er meteen van alles uit. Naarmate je ouder wordt, ga je er beheerster mee om.” - Foto RD, Sjaak Verboom
Vice-admiraal Cees van Duyvendijk, bevelhebber van de Koninklijke Marine, neemt begin volgend jaar afscheid. „Ik ben een direct mens. Flap er meteen van alles uit. Naarmate je ouder wordt, ga je er beheerster mee om.” - Foto RD, Sjaak Verboom

Geen uitzicht op de haven, geen zilte zeelucht, geen meeuwen. Het hoofdkwartier van de Koninklijke Marine, de Admiraliteit, is weggestopt op een kantorenterrein van Defensie niet ver van het Bronovo Ziekenhuis in Den Haag. De mast voor de deur van de Admiraliteit staat als een trotse dissonant tussen het beton.

De baas van de marine kijkt uit op bomen en blik. De wanden van zijn kantoor worden gesierd door schilderijen van stampende marineschepen en vanzelfsprekend een geschilderd portret van Hare Majesteit. Ze hangt naast de staande Friese klok.

Een matroos schenkt koffie. De admiraal zit in hemdsmouwen, de smart card van defensie aan een kettinkje om de nek. Als de fotograaf komt, schiet hij zijn jasje met goudkleurige knopen aan. Voor de vorm, niet voor de inhoud. Een topambtenaar met zeebenen.

Van Duyvendijk is al dik vier jaar belast met het bevel over de zeestrijdkrachten. Een bedrijf dat al meer dan 500 jaar bestaat, sinds 1488 om precies te zijn. De marine is anno 2002 een organisatie met 17.000 mannen en vrouwen, fregatten, onderzeeboten, vliegtuigen, helikopters, mariniers en voertuigen. „Een prachtbaan.” Begin volgend jaar staat zijn afscheid als marinebaas op de rol.

Wie volgt u op?
„Goeie vraag. Volgende.”

U heeft het als bevelhebber langer dan de gebruikelijke drie jaar uitgehouden.
„Voor marinemensen wordt de leeftijd om op te stappen geleidelijk opgerekt van 55 naar 58 jaar. Als ik er volgend jaar mee stop, ben ik 56-plus. Bovendien is het in tijden van grote aanpassingen bij defensie goed om aan de top wat continuïteit te hebben.”

Vice-admiraal Cees van Duyvendijk is op 20 augustus 1946 geboren in Wassenaar. In 1967 rondde hij zijn studie aan het Koninklijk Instituut voor de Marine in Den Helder af en volgde zijn benoeming tot officier.

De keuze voor de marine werd ingegeven door een mengeling van factoren: belangstelling voor geschiedenis, interesse in civiele techniek en oog voor traditie. En nog iets. „Ik ben niet bij de marine gegaan om tegen de Russen te vechten”, zei hij eens. „Maar het gaat te ver te beweren dat zij niets met mijn beroepskeuze te maken hebben gehad.”

De eerste dertien jaar van zijn loopbaan bij de marine diende hij aan boord van kruisers, onderzeebootjagers en fregatten. Een uitwisseling met de Amerikaanse marine bracht hem in 1970 aan boord van de onderzeebootjager USS Bigelow. Na diverse staffuncties kreeg Van Duyvendijk in 1986 zijn eerste commando, over het fregat Hr. Ms. Jan van Brakel, later gevolgd door de Hr. Ms. Abraham Crijnssen. In juni 1990 werd hij voor anderhalf jaar commandant van het geleidewapenfregat Hr. Ms. Tromp, destijds het vlaggenschip van de marine.

Na een rondje internationale functies werd Van Duyvendijk, gehuwd en vader van drie volwassen kinderen, op 29 mei 1998 bevelhebber der zeestrijdkrachten, in marinejargon afgekort tot ”BeeDeeZet”.

Een dienstwoning op de marinekazerne in Amsterdam is zijn thuis. Den Helder, waar hij 28 jaar „met veel plezier” woonde, kan hij „met droge ogen voorbijrijden.” Hij luistert graag naar orgelmuziek, drinkt het liefst een oude Bokma en heeft een hekel aan geneuzel.

Op het eerste schip waar u commandant was, noemden ze u ”Cees met het korte lontje”. Hoezo?
„Ik ben een direct mens. Flap er meteen van alles uit. Naarmate je ouder wordt, ga je er beheerster mee om. Al zit het bij mij nooit diep. Ik kan ontzettend boos worden op iemand, maar het een dag later weer kwijt zijn.”

Kunnen ze daar op het ministerie aan het Plein van meepraten?
De mondhoeken krullen. De grijze wenkbrauwen gaan iets omhoog. „Ach, ieder zijn rol. De politiek is verantwoordelijk voor het aanwenden van de militaire middelen. Ik geef daar mijn visie op. Als ik me te krap in het keurslijf voel zitten, dan zal ik mijn rol indringend spelen.”

Van Duyvendijk is bevelhebber van de marine in een spannende tijd. Na 11 september is ook op het water de wereld veranderd. Als bijdrage aan de strijd tegen het internationale terrorisme varen twee Nederlandse fregatten in de Arabische Zee, staat er inmiddels een Orion-patrouillevliegtuig in de Verenigde Arabische Emiraten en zijn er twee fregatten en drie Orions actief in de wateren rond de Nederlandse Antillen.

Dit omdat de Amerikanen hun eenheden in de West na 11 september vorig jaar terugtrokken. Ook worden er volgens de bevelhebber dit jaar „drie verschillende onderzeeboten in drie verschillende gebieden” ingezet in de internationale strijd tegen het terrorisme.

Fregatten naar de woestijn; er werd wat lacherig over gedaan.
„Het publieke denken van militaire missies is gebaseerd op de ervaringen op de Balkan en in Kosovo. Daar lag een groot ’vliegdekschip’, lees Italië, voor de deur compleet met vliegvelden en havens. Een ideale omgeving om een operatie op te zetten. Als je echter een land aanvalt dat is ingesloten door andere landen die niet mee willen werken, blijft er maar één optie over: een operatie vanuit zee. De zee is vrij. We hoeven niemand toestemming te vragen. De Amerikanen hebben de aanval op Afghanistan niet voor niets de grootste maritieme operatie sinds de landing in Normandië op 6 juni 1944 genoemd.”

Oorlog vanuit zee
„En op zee. Als het terroristen in een land te heet onder de voeten wordt, vluchten ze. Over zee is dan relatief eenvoudig omdat die zo groot is.”

Dan doet Nederland mee en mag het fregat Hr. Ms. Van Almonde niet meer doen dan in de Arabische Zee verdachte schepen aanroepen en vervolgens laten varen. Controleren aan boord is er niet bij omdat de regering bang is voor de juridische gevolgen.
„In mijn hart ben ik een operationele krijger. Vanzelfsprekend is het frustrerend als je het hele traject doorloopt en je uiteindelijk niet mag scoren. In het internationale zeerecht is echter afgesproken dat je niet zomaar links en rechts schepen kunt aanhouden. Wat jij bij een ander doet, mag die ander ook bij jou doen. De gevolgen daarvan moet je goed overdenken.”

Maar de zee is vrij, zei u net. En de Amerikanen storen zich nergens aan.
„De Amerikanen zijn wat ruimer in hun interpretatie, maar ook niet onbeperkt. Zij zijn direct aangevallen, wij niet. We moeten ons aan de regels houden. Overigens is het nu zo dat onze schepen in de Arabische Zee wel verdachte schepen mogen aanhouden en boarden. Dat gebeurt door mariniers.”

Door deze missies is de druk groot. Houdt de marine dat vol?
„Nee. We doen nu met zes fregatten mee aan onder andere operatie ”Enduring Freedom”. Dat houden we niet vol. Na een halfjaar hebben de mensen aan boord recht op een jaar geen uitzending. Voor zes fregatten weg hebben we er dus achttien nodig. En die hebben we niet. Op dat punt moeten we ons ambitieniveau voor deze operatie bijstellen.”

Past de huidige marine bij ons land?
„Wij zijn een rijk, middelgroot land met een rijke maritieme historie. Denk aan 400 jaar Verenigde Oost-Indische Compagnie. Hoewel de historie niet bepalend is voor de toekomst mag je er wel rekening mee houden. Het zit in onze genen. Internationaal staan we zeer hoog aangeschreven met professionele mensen en geavanceerd materieel. Al blijven er natuurlijk wensen.”

Een vliegdekschip?
„In 1968 verkocht Nederland zijn enige vliegdekschip, de Karel Doorman, aan Argentinië. Een vliegdekschip is een van de meest waardevolle bijdragen aan een marine. Kijk naar de Amerikanen, waar de carriers de ruggengraat van de vloot vormen. De bommenwerpers richting Afghanistan kwamen voor een groot deel van vliegdekschepen. De eerste landtroepen werden ingevlogen vanaf schepen. Als marineman vind ik het best mooi, maar…”

De luchtmacht heeft moeite in de landen rond Afghanistan vliegvelden te vinden voor haar F-16’s.
„Nou, het idee van een carrier komt ook bij de luchtmacht wel eens naar boven. Een vliegdekschip vaar je ergens naartoe en je kunt aan de slag. Aan de andere kant: het is peperduur en voor deze tak van sport hebben we de expertise niet meer in huis. Het zou ten koste gaan van andere onderdelen. Onze marine is nu varend, vliegend en lopend actief met onder andere fregatten, helikopters en mariniers. Die hebben we, dat kunnen we en daar zijn we goed in.”

Zou toch mooi zijn, het vliegdekschip Hr. Ms. Van Duyvendijk.
„Ach, er zit verschil tussen wat lekker en wat realistisch is.”

De Koninklijke Marine heeft geen enkele reden tot klagen. In de Defensienota 2000 sneuvelden weliswaar enkele fregatten, mijnenjagers en Orion-vliegtuigen, maar aan de andere kant kreeg de admiraal zijn zin. Er komen nieuwe helikopters, de NH90, en een tweede amfibisch transportschip is in aanbouw.

Tijdens de Nationale Vlootdagen, volgende week vrijdag en zaterdag in Den Helder, kunnen bezoekers zich vergapen aan het nieuwe paradepaardje van de marine: Hr. Ms. De Zeven Provinciën. Het is Nederlands eerste voor de radar ’onzichtbare’ oorlogsbodem.

De ”ZeProv” is een van de vier luchtverdedigings- en commandofregatten (LCF’s) die voor 385 miljoen euro per stuk door De Schelde in Vlissingen worden afgeleverd. Vanaf 2003 komen ze in de vaart, luisterend naar de namen Zeven Provinciën, Tromp, De Ruyter en Evertsen. Het kwartet vervangt de twee geleidewapenfregatten van de Trompklasse en twee fregatten van de Kortenaerklasse.

Tijdens een proefvaart in februari leidde Van Duyvendijk zijn gasten rond op het nieuwe vlaggenschip. Zelfs hoge Amerikanen waren onder de indruk van de kwaliteiten van De Zeven Provinciën. „We lopen voor op de meeste landen”, pochte Van Duyvendijk toen. „De hele wereld is jaloers op deze constructie.”

De LCF’s zijn straks in staat grote broer Amerika bij te staan in het neerhalen van Iraakse, Iraanse of Noord-Koreaanse raketten. De fregatten zijn zelfs geschikt voor het afvuren van Tomahawks, de kruisraketten waarvan Van Duyvendijk zo gecharmeerd is.

Komen die er?
„In mijn tijd als bevelhebber niet meer.”

Nieuw kabinet, nieuwe kansen. De huidige regering bezuinigde 375 miljoen per jaar op defensie. De krijgsmacht is een makkelijke prooi.
„Maatschappelijk en politiek is er veel waardering voor defensie. De afgelopen vier jaar is er meer waardering gekomen voor het optreden van militairen in vredesoperaties. Er is bij veel mensen de bewustwording van het belang van de marine voor vrede en veiligheid. De verkiezingsprogramma’s van de partijen geven ook geen indicaties dat er bezuinigd moet worden op defensie.”

Fortuyn schrijft in zijn laatste boek dat land- en luchtmacht opgedoekt kunnen worden. Alleen de marine blijft overeind.
Lachend: „Van harte mee eens. Nee, dat idee is zo bizar dat je er niets mee kunt. Aan de andere kant snijdt Fortuyn wel iets aan. We moeten af van het idee dat één krijgsmachtdeel iets doet. We moeten met elkaar opereren. Onze mariniers werkten tijdens de Unmee-missie in Ethiopië en Eritrea samen met genisten van de landmacht. Die lui kunnen niet meer stuk. Dat ging perfect. Tijdens de gehele operatie in Eritrea werkten landmacht, luchtmacht en marine goed samen. Zo moet het. Geen rivaliteit maar samen optrekken.”

Nog een paar maanden staat u aan het roer van de marine. Nog wensen?
„De personele tekorten oplossen. De uitzendingen trekken een zware wissel op het personeel. Een halfjaar van huis is niet niks. Gelukkig is er weer licht aan het einde van de tunnel. We gaan het redden. We fiksen het met elkaar.”

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer