Conflict om poldergebied bij Vlaardingen
VLAARDINGEN - Is een herinrichting van de veelal agrarische weidegronden in de zuidrand van poldergebied Midden-Delfland nodig? Nee, meent een actiecomité, want het karakteristieke weidse landschap verdwijnt daarmee. Herinrichting is wel nodig, stelt de reconstructiecommissie. „Stedelingen willen dicht bij huis even een ommetje kunnen maken.”
De voorjaarszon heeft vrij spel in de polder ten noorden van Vlaardingen en Schiedam. Aan het begin van een lange oprijlaan bij een statige boerderij prijkt een bord. ”Niets zonder Gods zegen” staat erop te lezen. Enkele kieviten strijken neer in de weilanden waarin het jonge frisse gras nog niet tevoorschijn is gekomen. Verderop klinkt het gemekker van lammetjes. Brede sloten doorsnijden het landschap. Tegen de helderblauwe lucht steken in de verte de flats van Delft omhoog.„De reconstructiecommissie wil dat de natuur hier mooier wordt, maar waarom?” vraagt Paul Meuldijk van het Actiecomité Woudweg en omgeving zich hardop af. „Het is hier al zo prachtig. De beleidsmakers beschouwen dit gebied als recreatiegebied. Onzin. Het is agrarisch gebied. De agrariërs zijn tenslotte bepalend geweest voor het gebied.”
Meuldijk -zelf geen boer- kan er niet bij waarom de beleidsmakers meer rekening schijnen te houden met de recreanten, dan met de boeren. „Voor grote delen weidegrond komen riet- en moerasachtige velden in de plaats. Daardoor verdwijnen ook karakteristieke oude schuurtjes uit het landschap. Van sommige onderkomens maken schapen en pinken nog gebruik. De boeren moeten in dit gebied hun brood verdienen. Hun belangen zijn veel groter dan die van de recreanten, vinden wij. De agrariërs hoeven weliswaar niet te verkassen, maar hun mogelijkheden worden veel beperkter.”
Openluchtmuseum
De veranderingen in het weidelandschap maken Meuldijk -geboren en getogen in Vlaardingen- boos. „Momenteel kunnen we Delft nog zien liggen, maar als de plannen -waarin ook gesproken wordt over bomenaanplant- doorgaan, is het weidse uitzicht straks verdwenen”, stelt hij vast. „Bossen horen op de Veluwe, niet hier.”
De Vlaardinger moet bekennen dat er een stukje nostalgie bij komt kijken. „Het hoeft hier van ons echt geen openluchtmuseum te worden, hoor”, haast hij zich te zeggen. „Als ik ’s ochtend naar m’n werk in Schiedam fiets en hier langs kom, geniet ik. Ik maakte het wel eens mee dat een boer zijn koeien wilde laten oversteken. Mensen gingen direct op de claxon liggen. Iedereen heeft tegenwoordig haast. Maar ik geniet er juist dagelijks van dat we dat agrarische leven onder de rook van de grote steden nog mogen aantreffen.”
Ommetje
Kees van der Vaart, secretaris van de reconstructiecommissie Midden-Delfland, vindt dat het actiecomité zich het gebruik van het gebied ten noorden van Vlaardingen en Schiedam veel te elitair voorstelt. „Zo’n 4000 van het 6500 hectare metende Midden-Delfland is nog steeds bestemd voor agrarische activiteiten. Aan de randen ervan -dus ook langs Schiedam en Vlaardingen- moet ruimte komen voor recreatie. In deze hoek van het land is een enorme gebrek aan recreatieve voorzieningen. Inwoners van de stad willen dicht bij huis even een ommetje kunnen maken met de kinderen of de hond.”
Bovendien vormt de herinrichting van het gebied rond de Woudweg volgens Van der Vaart een buffer tegen expansie van de steden. „Als de reconstructie er niet was geweest, waren Delft en Schiedam al aan elkaar gegroeid”, is zijn stellige overtuiging. „Dan was dit groene gebied al totaal verdwenen geweest. Een ander belangrijk punt is dat door de aanleg van rietkragen en natte gronden een noodzakelijke ecologische verbinding ontstaat tussen natuurgebied de Vlietlanden en de Ackerdijkse Plassen.”
Volgens Van der Vaart roepen reconstructieplannen per definitie verzet op. „Maar in goed overleg is er best uit te komen. We hebben voor onze plannen met het gebied nauwelijks boeren hoeven te onteigenen. Wat we in Nederland op het gebied van ruimte en natuur ook ondernemen, het gaat nu eenmaal altijd ten koste van het agrarische bedrijf.”