EP, breng leven in de brouwerij
Geen interrupties, zoals we gewend zijn in de Tweede Kamer, geen onderlinge discussies. Alleen een aaneenrijging van saaie monologen. Zo gaat het eraan toe in het Europees Parlement.
De openbare debatten onder de 732 afgevaardigden zijn meestal weinig verrassend, veelal gortdroog. Elke deelnemer krijgt een of twee minuten toegemeten, net voldoende om vanaf een A4’tje zijn standpunt voor te lezen. Alleen de fractievoorzitters of de rapporteurs over een bepaald onderwerp mogen iets langer het woord voeren. Zodra zij aan de beurt zijn geweest, mis je weinig als je het voor gezien houdt.Geen wonder dat de beraadslagingen in het EP zelden de tv halen en dat de burgers weinig afweten van die EU-instelling. Aandacht van de visuele media voor wat zich in de vergaderzaal afspeelt, is er alleen bij een incident, zoals drie jaar geleden, toen de Italiaanse premier Berlusconi de huidige kopman van de socialisten, de Duitser Schulz, vergeleek met de bewaker van een nazikamp.
De invloed van het Parlement neemt onmiskenbaar toe. Kijk alleen naar de eerste maanden van dit jaar. De grote partijen slaagden erin overeenstemming te bereiken over de omstreden dienstenrichtlijn. Op de top van eind vorige week gaven de regeringsleiders aan dat zij dat compromis accepteren als basis voor de verdere besluitvorming. En door toedoen van een meerderheid verdween de havenrichtlijn van tafel. Jammer dat bij de behandeling van dit soort dossiers, die de belangstelling van het publiek genieten, een echte confrontatie van de argumenten uitblijft en dat de zaken achter de schermen worden bedisseld.
Dat het ook anders kan, bleek vorige week woensdag. Bij de regeling van de werkzaamheden werd ruim een kwartier lang frank en vrij gesteggeld over de vraag of er een spoeddebat moest komen over Wit-Rusland. Er had vooraf geen afstemming plaatsgevonden tussen de fracties en daardoor ontstond er een onvoorbereide discussie, met ook een Nederlandse inbreng daarin. Verfrissend was het.
Het begon met Schulz. Hij vroeg om binnenkort te spreken over maatregelen tegen het bewind van Loekasjenko. Hennis-Plasschaert (VVD) opperde om dat nog dezelfde dag te doen. Kan niet, repliceerde EP-voorzitter Borrell bij dit laatste, want een dergelijk verzoek moet volgens het reglement minimaal drie uur voor aanvang van de zitting schriftelijk zijn ingediend door ten minste 37 leden. „Volkomen belachelijk”, fulmineerde Buitenweg (GroenLinks) om ons achter zo’n technisch argument te verschuilen. Borrell week niet: „De zaak is gesloten.”
De aanvoerder van de christendemocraten, de Duitser Pöttering, kwam echter toch nog met een idee: vanmiddag de benodigde handtekeningen verzamelen en dan morgen het debat. Schulz kon daar wel mee instemmen, maar hij gunde het zijn landgenoot niet dat die met de eer ging strijken. Huichelarij verweet hij hem zelfs. Vlak voor de vergadering had hij even met Pöttering gepraat en die had totaal niet gerept over pogingen om de ontwikkelingen in Wit-Rusland op de agenda te zetten. Het was alleen mijn bedoeling na alles wat hier is gezegd, een tussenoplossing aan te reiken, klonk het verontschuldigend verweer.
Hun collega Cohn-Bendit van de groenen hoorde het met plezier aan: „Ik ben altijd blij als de grote Duitse coalitie scheuren vertoont.” Borrell, zichtbaar geïrriteerd, bond ter afronding de leden op het hart zich voortaan te houden aan het reglement. „Anders hebben we geen spelregels meer.”
Zo moet het dus, denk je dan. Voer vaker overleg op die manier. En niet alleen over procedurele kwesties, maar ook over inhoudelijke zaken. Organiseer bijvoorbeeld regelmatig een spontane gedachtewisseling over een actualiteit, met directe reacties op elkaar. Breng leven in de brouwerij. Het komt het imago van het EP ongetwijfeld ten goede.
A. A. C. de Rooij