Een Amerikaanse en een Canadese militair werden gedood door extremistische taliban–strijders. Die vielen volgens zegslieden van de buitenlandse troepen in het land een door de VS aangevoerde eenheid in de provincie Helmand aan. De aanval werd gedaan met „een aanzienlijke troepenmacht" en moest onder meer met luchtsteun worden afgeslagen. Zeker twaalf aanvallers zijn gedood volgens Amerikaanse zegslieden. Ook nog eens acht Afghaanse militairen kwamen om het leven. Door gevechten later op de dag vonden volgens Amerikaanse opgave nog eens zeker twintig talibanstrijders de dood.De taliban–extremisten overmeesterden vrijwel heel het land in 1996, maar werden eind 2001 door Amerikaanse troepen uit hun machtspositie verdreven. De meeste taliban behoren tot de bevolkingsgroep van de Pathanen die ook in Pakistan prominent is.

Verdreven taliban–strijders hebben hun toevlucht gezocht in de bergen op de grens met Pakistan of in zuidelijk Afghanistan. Van daar bestoken ze de nieuwe machthebbers en hun buitenlandse beschermers. Met de komst van de lente is er een opleving van de gewelddadige activiteiten van de taliban te zien.
Helmand grenst aan de provincie Uruzgan, waar vanaf deze zomer 1200 Nederlandse militairen aan een wederopbouwmissie beginnen.