Scholieren krijgen week minder les
DEN HAAG - Scholieren in de eerste leerjaren van het voortgezet onderwijs krijgen met ingang van het komende schooljaar niet langer 40, maar 39 weken les.
Minister Van der Hoeven van Onderwijs wilde vasthouden aan de huidige veertig weken, maar de Tweede Kamer is het daar niet mee eens, zo bleek dinsdag tijdens stemmingen. Overigens wilde de bewindsvrouw ook wel een versoepeling ten opzichte van de huidige situatie. Zij stelde voor om scholen binnen de veertig lesweken twee weken de gelegenheid geven voor andere activiteiten, bijvoorbeeld werkweken. Daardoor zouden er per saldo maar 38 lesweken overblijven. Dat vond de Kamer te weinig en daarom is nu gekozen voor 39 echte lesweken. Dat is altijd nog een week minder dan nu.De vermindering van de lestijd maakt deel uit van een omvangrijk pakket om de eerste leerjaren van het voortgezet onderwijs te ontlasten. Het aantal kerndoelen, waarin staat wat leerlingen moeten weten na twee of drie jaar basisvorming, vermindert van 280 naar 60. Overigens verdwijnt ook de term basisvorming, die in 1993 zijn intrede deed. Vanaf 1 augustus spreekt iedereen in onderwijsland weer over „de onderbouw.”
Scholen krijgen de vrijheid om de kerndoelen aan te bieden op de manier waarop zij dat wensen. Dat hoeft niet langer in de vorm van vijftien verschillende vakken zoals nu het geval is. Scholen mogen ook vakken combineren en in het vmbo mag meer aandacht komen voor praktijk in plaats van theorie. Scholen die dat willen, mogen vasthouden aan het concept van de basisvorming.
Verder mogen leraren les gaan geven in vakken waar ze niet bevoegd in zijn. Om te voorkomen dat er te veel ondeskundigheid in bepaalde vakgebieden ontstaan, moeten leraren in teams samenwerken. De Tweede Kamer had moeite met dit voorstel van Van der Hoeven. Op verzoek van de Kamer mogen leraren nu meebeslissen over de samenstelling van de teams. Binnen de teams kunnen afspraken worden gemaakt over de manier waarop leraren hun tekort aan kennis moeten bijspijkeren.