De bewindsvrouw zei dat dinsdag in Den Haag.Aan de ene kant wil Van der Hoeven erop toezien dat scholen zich voldoende inzetten voor burgerschapsvorming. Aan de andere kant ziet zij het als erkenning en waardering voor de rol die onderwijs is de samenleving speelt.

Van der Hoeven sprak tijdens een bijeenkomst van de Stichting Leerplanontwikkeling (SLO), die een leerplan voor burgerschapsvorming heeft vervaardigd. Vorig jaar nam de Tweede Kamer een wet aan die scholen verplicht er voor te zorgen dat Nederlandse en buitenlandse leerlingen elkaar leren kennen. De kennismaking, die ook via internet en chatten kan plaatsvinden, moet de integratie bevorderen.

De verplichting geldt voor elke school: van reformatorisch tot islamitisch. De minister wil de scholen grote vrijheid geven hoe ze aan die verplichting voldoen. Dat betekent volgens Van der Hoeven niet dat de overheid zich terugtrekt. „Hooguit dat de overheid een stapje terug doet."

Volgens James Kennedy, hoogleraar eigentijdse geschiedenis aan de Vrije Universiteit, moet de overheid niet onmiddellijk verwachten dat burgerschapsvorming op school de sociale samenhang zal doen toenemen. Kennedy denkt dat scholen zich niet kunnen beperken tot enige cursussen burgerschapsvorming. „Het is geen vak. Meer een manier van doen. Gevaar is wel dat het begrip oeverloos wordt en de school een te grote verantwoordelijkheid krijgt toegeschoven."