Binnenland

Het gezin blijvend op drift

De wens van geborgenheid, liefde, kinderen en een partner blijft. Alleen de samenlevingsvorm waarbinnen dat gebeurt, verandert. Het traditionele gezin, een gehuwde vader en moeder en kinderen, is niet standaard meer. De niet-gehuwde mannen en vrouwen, al dan niet met kinderen, rukt op. Maar ook de gezinnen met één of twee moeders met kinderen komt steeds vaker voor.

Door G. Wolvers
19 November 2001 13:52Gewijzigd op 13 November 2020 23:16

Dat beeld schetste historisch socioloog dr. J. Latten van het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS) vanmiddag tijdens een studiedag in samenwerking met de Nederlandse Gezinsraad. Aanleiding was de publicatie van een gezamenlijke studie over veranderingen in de Nederlandse gezinspatronen.

De veranderingen die de Nederlandse relatievorming doormaakt, zijn enorm. „Dertig jaar geleden was het krijgen van buitenechtelijke kinderen zo’n schande dat ze na de geboorte zelfs werden weggegeven. Met als gevolg dat kinderen en ouders elkaar nu in televisieprogramma’s weer opzoeken. Momenteel is echter het krijgen van buitenechtelijke kinderen trendy geworden. Een op de vier kinderen wordt geboren in een buitenechtelijke relatie, en dat worden er verhoudingsgewijs steeds meer.”

Daarnaast wordt de variatie in samenlevingsvormen groter. „Stellen zonder kinderen worden meer geaccepteerd, gezinnen met twee moeders worden meer geaccepteerd. Daarnaast komen er steeds meer alleenstaande ouders met kinderen; de tolerantie neemt toe.” Dit past volgens Latten in de trend in de samenleving om discriminatie te verhinderen. „Dit gedrag van de bevolking wordt vastgelegd in wetten. Die volgen de samenleving.”

Partyland
Een oorzaak voor deze ontwikkelingen is wat Latten noemt „het verdwenen hiernamaals”, de ontkerkelijking. „In 1900 gaf bijna 100 procent aan bij een kerkelijke gezindte te horen, nu is dat iets meer dan 50 procent. Mensen laten zich in hun beslissingen minder leiden door godsdienstige normen. De calvinistische cultuur betekende dat mensen op aarde moesten zwoegen en zicht hadden op een toekomst in de hemel. Nu is de mens gericht op het hier en nu. Overal is het feest. Nederland is een partyland geworden.”

De komst van geboortebeperking is de tweede belangrijke oorzaak van de veranderingen in Nederland. „In de jaren ’60 kwam de pil op, inclusief de morning-afterpil en abortus. Daardoor is seksualiteit los komen te staan van het krijgen van kinderen of van een duurzame relatie. Kijk maar naar allerlei seksueel getinte reclames. De hedonistische levensstijl wordt in het seksuele leven voortgezet.”

Ook de veranderde arbeidsverhoudingen hebben grote invloed op de mens. „Die veranderen zelfs de persoonlijkheid”, vindt Latten. „Ook daarin zie je de verandering van de lange termijn naar het hier en nu. Steeds minder mensen zijn langdurig bij dezelfde werkgever in dienst. Het is flexibel en efficiënt werken wat de klok slaat.”

Niet opofferen
Er is dus een grote overeenkomst tussen relatievorming en arbeidsverhouding. „Alle relaties zijn flexibel geworden. Kenmerkend is dat je jezelf niet opoffert voor de ander. Men kiest de actuele kwaliteit boven duurzaamheid.”

Deze ontwikkeling zorgt ervoor dat meer relaties worden beëindigd. De overblijvende relaties zijn beter. Interviews met kinderen tonen volgens Latten aan dat in de jaren ’50 meer kinderen dan nu zeiden dat de verhouding tussen hun ouders slecht is.

De verwerking van een echtscheiding kost ouders en kinderen zeven jaar.
„Ach, kibbelende ouders duurt de hele jeugd.”

Hoe lang gaat de ontwikkeling door? Komen er gezinnen met drie ouders?
„Die zijn er al. Als een vrouw een onvruchtbare partner heeft, kan een vriend bij haar een kind verwekken. Je krijgt een complex van biologisch ouderschap, juridisch en wellicht ook nog informeel ouderschap. In onze cultuur zal het echter wel grotendeels bij relaties met één partner blijven.

Het tweevadersgezin zal naar mijn verwachting niet zulke sterke vormen aannemen, omdat vrouwen na negen maanden draagmoederschap hun kind niet graag meer zullen afstaan.”

Het CBS berekende recent dat in 2010 een op de acht Nederlanders een allochtoon is. Dat is een forse groep. Daarnaast is er nog een gereformeerde gezindte die ook veel minder zal meegaan met het patroon van diverse samenlevingsvormen.
„Er komen inderdaad krachtige traditionele bevolkingsgroepen. Deze groepen zullen hun standaarden handhaven. Ik voorzie dan ook nieuwe zuilen. Bij hen is godsdienst het voornaamste levensdoel. De vrouwen vinden hun rol vooral in het moederschap. Toch zal ook bij hen de arbeidsparticipatie toenemen. In alle toekomstscenario’s stijgt de arbeidsdeelname van vrouwen, tot zo’n 85 procent.”

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer