Griekse politie is 17 November op het spoor
De Griekse politie heeft woensdagavond in Athene een verzameling wapens gevonden die vermoedelijk toebehoort aan 17 November. Die gewapende groepering pleegde 27 jaar geleden voor het eerst een aanslag, maar de autoriteiten hebben tot dusver nooit kunnen achterhalen wie er achter zit.
De wapens werden ontdekt in een appartement in het centrum van de hoofdstad. De politie was de woning op het spoor gekomen na een mislukte bomaanslag in de havenstad Piraeus, afgelopen weekeinde. In het appartement lagen onder meer raketten en vuurwapens. Ook werden er volgens bronnen bij het onderzoek een vlag, een computer en documenten gevonden die door leden van 17 November zijn gebruikt. Arrestaties zijn niet verricht.
Als het wapentuig daadwerkelijk van 17 November blijkt te zijn, dan zit de politie de guerrillabeweging dichter op de hielen dan ooit tevoren. Premier Kostas Simitis probeerde donderdag het optimisme enigszins te temperen. Hij noemde de wapenvondst opmerkelijk, maar benadrukte dat er nog veel moet gebeuren voor de groepering daadwerkelijk kan worden opgerold en de leden gearresteerd.
De sterk anti-Amerikaanse groep 17 November, die een linkse ideologie vermengt met een nationalistische, heeft de verantwoordelijkheid opgeëist voor in totaal 22 moorden. In 1975 pleegde de groepering de eerste politieke moord, op de Amerikaanse CIA-chef in Athene. De laatste moord waarvoor de radicale organisatie verantwoordelijk wordt gehouden, is die op de Britse militaire attaché in juni 2000. In de woning in Piraeus zou een mitrailleur zijn gevonden van het type waarmee die laatste moord is gepleegd.
Nog nooit heeft de Griekse politie een lid van 17 November kunnen arresteren, ondanks assistentie van de Amerikaanse FBI en het Britse Scotland Yard. De groepering is genoemd naar de dag in 1973 waarop Griekse studenten in opstand kwamen tegen het kolonelsregime.