Naar die vragen zal een nieuw onderzoek plaatshebben. Dat heeft het gerechtshof van Amsterdam woensdagochtend op verzoek van de verdediging van Van O. besloten. Dit najaar zal het hof het hoger beroep in deze zaak behandelen. Van O. werd eerder door de rechtbank veroordeeld wegens moord. Hij kreeg geen straf, omdat hij volgens de rechtbank naar eer en geweten had gehandeld.

Van O. diende in 1997 een bejaarde patiënte een dodelijke injectie toe. Kort daarna overleed ze. Hij handelde uitsluitend op verzoek van de dochters van de bejaarde. „Zo laat je een hond nog niet doodgaan”, zo hadden ze hem geprest.

De vrouw had ernstige hart- en vaatproblemen.

Ze was bewoner van het protestants-christelijke verzorgingstehuis De Open Hof in Amsterdam. Haar toestand ging zienderogen achteruit. De avond van haar overlijden was ze in coma geraakt. Gewassen werd ze niet meer. Dat zou ze wellicht niet hebben overleefd.

Het openbaar ministerie vond een nieuw onderzoek overbodig. Volgens het OM is er geen enkele reden tot twijfel. De injectie was volgens advocaat-generaal mr. I. van Asperen de directe doodsoorzaak.