Je ziet niet wat je ziet in India
CALCUTTA - Reizend door India zijn het de tegenstellingen die de fractievoorzitters uit de Tweede Kamer intrigeren. Hoe kunnen de Indiërs zo veel ondernemingszin en durf uitstralen en tegelijk in hun kastenstelsel zo behoudend zijn? Dat de economie groeit is onmiskenbaar, maar hoe staat het nu echt met de armoede?
Onverstoorbaar rijdt de bus door het constant toeterende verkeer van de miljoenenstad Calcutta. Links en rechts het inmiddels bekende straatbeeld. Smoezelige mensen in vuile kleding brengen fruit, textiel of autobanden aan de man. Een meisje met een misvormd been schuifelt tussen het drukke verkeer. „Tijdschrift kopen, meneer?”Doel van de busrit: het kindertehuis van Moeder Teresa. Wat verwachten de fractievoorzitters uit de Tweede Kamer anders dan hier opnieuw met de ellendige kant van India geconfronteerd te worden?
In zekere zin gebeurt dat ook. Het tehuis herbergt zo’n 400 kinderen, onder wie een groot aantal peuters en kleuters. Wezen of door hun ouders achtergelaten kinderen, niet zelden met een handicap. Aangedaan en vertederd nemen Van der Laan (D66) en Halsema (GL) een peuter op de arm, hem of haar vermakend met spelletjes of geluiden. „Ach, ach, die stakkerdjes.”
Maar geleidelijk aan verandert de stemming van de politici. Het tehuis is opmerkelijk schoon en ordelijk. Alle kinderen hebben keurige roze jurkjes of pakjes aan. De meeste kinderen uit het tehuis worden al na korte tijd geadopteerd door westerse of Indiase ouders.
Halsema realiseert zich opeens dat de baby’s, merendeels meisjes, niet eens het levenslicht hadden gezien als de zusters van Moeder Teresa er niet waren geweest. Dan hadden de ouders hen met aan zekerheid grenzende waarschijnlijkheid laten aborteren. „De kinderen die hier zijn hebben heel veel geluk gehad”, beseft de GroenLinksleider.
Kijk maar, je ziet niet wat je ziet, zou het motto kunnen zijn van de Indiareis van de fractievoorzitters. Dat blijkt even later opnieuw als zij de private ziekenhuisketen Apollo bezoeken.
Een ziekenhuis om door een ringetje te halen. Alles strak, modern en nieuw. In Engeland en de VS opgeleide artsen maken gebruik van de modernste kennis en technieken en voeren onderzoeken en operaties uit tegen lage prijzen. Mensen uit Europa en Amerika laten zich hier graag behandelen. Vanwege de kwaliteit, de prijs en het ontbreken van wachtlijsten. De leiding van het ziekenhuis blaakt van trots en zelfvertrouwen.
De Kamerleden zijn onder de indruk. CDA-fractievoorzitter Verhagen ziet er al een waarschuwing voor Nederland in. „Wij spreken over de lagelonenlanden en denken dan aan laagbetaalde arbeid die vanuit ons land verdwijnt naar Oost-Europa of Zuidoost-Azië. Maar dit ziekenhuis laat zien dat we ook terrein verliezen als het gaat om hooggekwalificeerde arbeid. We mogen niet meer denken vanuit een vanzelfsprekende voorsprong op de rest van de wereld, want die hebben we in veel opzichten niet meer.”
Maar naast de bewondering blijven vragen knagen. Hoe zit het nu precies met de armen? De missie van het ziekenhuis is „de internationale gezondheidsstandaard binnen het bereik brengen van elk individu.” Elk individu? Volgens de leiding van het medisch centrum kunnen ook de allerarmsten naar binnen. „In zeer urgente gevallen.” Er bestaat zelfs een ziektekostenverzekering „tegen betaling van slechts enkele roepie per dag.”
De fractievoorzitters doen hun best, maar kúnnen het gewoon niet geloven. PvdA-leider Bos, naderhand: „Elk ziekenhuis heeft wel een aantal ongebruikte bedden, vertelde de ziekenhuisstaf ons. Met andere woorden: armen kunnen erin, maar alleen als ze helemaal achter aan de rij aansluiten.” Het is hem en andere Kamerleden niet ontgaan: de haveloze man, die buiten onder een bosje, tegen de ziekenhuismuur aan lag te slapen. Dicht erbij, maar niet binnen…
De Nederlandse delegatie heeft het deze week al vaker meegemaakt: veel mooie woorden over ”the Indian dream”, maar toch niet het complete verhaal. ChristenUnieleider Rouvoet: „De enige van wie ik tot nu toe het gevoel had dat zij niets achterhield, was de zuster in het kindertehuis van Moeder Teresa. „Laten wij mooie dingen doen voor God”, is haar levensspreuk. Zij had niets te verbergen en sprak recht uit haar hart.”