Het Bijbelboek Jozua behoort niet tot de meest gelezen en bepreekte gedeelten van de Bijbel. Ook ken ik, naast de preken die er zijn, maar enkele uitgebreide verklaringen van dit boek. Tussen mijn boeken staat alleen de praktische verklaring van ds. A. Roorda (1913). Daarom is de uitgave van ”Jozua, boek van Gods trouw”, door ds. P. den Butter een goede zaak. In het ”Woord vooraf” lezen we dat deze uitgave een weerslag is van een serie Bijbelstudies die voor de microfoon van het programma ”De Bijbel open” werden gehouden.

In drieëndertig hoofdstukken wordt dit historische boek verklaard. De auteur vertelt hoe het met het volk Israël is gegaan vanaf de dood van hun grote leider en wetgever Mozes. In de inleiding wijst ds. Den Butter, christelijk gereformeerd emeritus-predikant uit Middelharnis, erop dat het boek Jozua niet alleen een historisch, maar ook een profetisch karakter heeft. De joden rekenen dit Bijbelboek bij de ”nevi’iem rishoniem”: de vroege profeten. Helder toont dit Bijbelboek hoe de Heere Zijn heilswerk aan het uitvoeren is. Een heilswerk dat bedoeld is om uit te lopen op de komst van de Messias.

Zo neemt de man naar wie dit boek genoemd is een unieke plaats in bij het volk Israël. Zowel in de naam die hij draagt als in het werk dat hij doet is hij een voorafschaduwing van Hem, die dezelfde naam zal dragen: Joshua. Een type van Jezus, die Zijn volk ook in een beloofd land zal brengen: het hemelse Kanaän. De zekerheid van de thuiskomst van dat woestijnvolk is gegarandeerd door het werk van Jozua’s Meerdere.

De ondertitel van deze Bijbelstudies -Boek van Gods trouw- wil onderstrepen dat in het boek Jozua bijna elke bladzijde getuigt van de grote trouw van de Heere en de waarachtigheid van Zijn Woord. Tot bemoediging.

In het eerste hoofdstuk wordt de vraag naar de identiteit van Jozua beantwoord. Hij is de zoon van Nun, de opvolger van Mozes, die een dubbele opdracht van God kreeg: het veroveren van het beloofde land en het verdelen ervan.

Vervolgens neemt ds. Den Butter de lezer mee bij de doortocht door de Jordaan, de inname van Jericho en de aangrijpende geschiedenis van Achan. De latere hoofdstukken behandelen de verovering en verdeling van het land Kanaän, het erfdeel van de verschillende stammen.

Op een ernstige en indringende manier heeft de schrijver geprobeerd de boodschap van dit Bijbelboek te vertolken voor de mens van onze tijd. De geestelijke betekenis en de praktische lessen van het verleden blijven niet onbesproken. De aansporing om alles alleen te zoeken bij deze getrouwe God van Jozua klinkt er welmenend in door. De boodschap wordt aan het hart gelegd.

In een goed leesbare stijl worden de Bijbelgedeelten op de voet gevolgd. De teksten worden geciteerd uit de Statenvertaling. Moeilijke passages worden verduidelijkt.

De waarde van dit boek wordt verhoogd door een drietal gespreksvragen aan het einde van elk hoofdstuk. Bij persoonlijk gebruik, maar ook op studieverenigingen, kunnen deze vragen aanleiding zijn tot diepere bestudering van de stof en tot persoonlijke toespitsing ervan. Ik denk daarbij aan een woord van de apostel Paulus: „Al de Schrift is van God ingegeven en is nuttig tot lering, tot wederlegging, tot verbetering, tot onderwijzing die in de rechtvaardigheid is; opdat de mens Gods volmaakt zij, tot alle goed werk volmaaktelijk toegerust” (2 Tim. 3:16)

Hartelijk onderstreep ik de laatste regels, waarmee dominee Den Butter zijn boekje besluit: „Daarom gaat het altijd weer om de heel persoonlijke vraag: Weet ik er van? Is het echt in mijn leven? Met die vraag, die zelfonderzoek beoogt, sluiten we onze studie in het boek Jozua af. Is de God van Jozua onze God? Is Hij, van Wie Jozua in zijn naam en werk een voorafbeelding was, onze Jozua? Onze Jezus - Zaligmaker?