Vaarkamp beschermt burcht tegen drukgolf
EDE - Vlak na de oorlog kochten Frank en Otto Vaarkamp een tractor en een ploeg. Daarmee bewerkten ze land voor boeren. Inmiddels heeft Vaarkamp BV in Ede een groter machinepark en een veel breder werkterrein. Zo groeven werknemers bij kasteel Doorwerth putten, waarin bommen en granaten tot ontploffing werden gebracht.
Drie alinea’s heeft pr-man Jan ten Hove in de bedrijfsbrochure nodig om uit te leggen waar Vaarkamp zich precies mee bezighoudt. Nu is het ook niet makkelijk om dat onder één noemer te brengen. Het bedrijf doet aan natuurbouw, maar is niet alleen een natuurbeheerder. Het doet aan waterbouw, maar het is meer dan een waterbouwkundige organisatie. Tijdens de open dag van zaterdag, waarop het zestigjarig bestaan wordt gevierd, krijgen belangstellenden een goed beeld van het bedrijf, belooft Ten Hove.Om een en ander nu al wat concreter te maken, schildert directeur G. Jacobs twee opdrachten van Vaarkamp. De eerste betreft een project van het Nationaal Park De Hoge Veluwe. „Die organisatie vroeg ons om de vette bovenlaag van het 60 hectare tellende terrein De Pollen bij Otterlo te verwijderen. Het stuifzand eronder moest vrijkomen. Veel van de in totaal honderd werknemers zijn een halfjaar bezig geweest om met hydraulische graafmachines 300.000 kuub grond af te voeren. De natuur heeft in het gebied nu weer vrij spel. Eigenlijk al voordat de klus helemaal was geklaard. „Op winderige dagen werden mijn werknemers bijna gezandstraald.”
Het tweede project dat Jacobs noemt, is de ”revitalisering” van het terrein rond kasteel Doorwerth bij Renkum. „We zijn bezig met de herinrichting van het hele gebied rond de burcht. Wandelpaden, bestrating en parkeerterreinen gaan op de schop. Een enorme klus, waar zo’n 250.000 euro mee gemoeid is.”
Het had wel even wat voeten in de aarde voordat de Edese onderneming aan de slag kon. Bij het uitbaggeren van de grachten rond het slot stuitte de baggeraar die dat deed, op bommen en granaten. Vaarkamp hielp mee bij het onschadelijk maken. Ten Hove: „We hebben diepe putten gegraven waarin de projectielen tot ontploffing werden gebracht. Door ons opgeworpen wallen beschermden het kasteel tegen drukgolven.”
Terwijl de gebroeders Vaarkamp in 1946 voornamelijk boeren tot hun klantenkring rekenden, vormen zestig jaar later vooral gemeenten, natuurbeheerorganisaties en bedrijven de opdrachtgevers van het Edese bedrijf, vertelt de directeur. „We onderhouden bijvoorbeeld een kwart van de gemeente Arnhem. Daarbij moet je denken aan beheer van straten, parken en sloten.”
De verschuiving in clientèle begon eigenlijk al in de jaren zestig, zegt Jacobs. „Frank en Otto merkten dat steeds meer boeren zelf landbouwwerktuigen kochten en hen dus niet meer nodig hadden. Vandaar dat de broers andere machines aanschaften -shovels, een wegenschaaf- en zich gingen toeleggen op groenvoorziening en cultuurtechiek. Overigens ontwikkelden de broers ook eigen machinerie, iets wat we nu nog steeds doen. De klepelzuigmachine met eigen motor is een van onze uitvindingen.”
In 1990 droegen de broers hun bedrijf over aan Van Harten Holding BV in Ede, omdat ze geen opvolgers hadden. Vlak daarna kwam Jacobs er als hoofduitvoerder te werken. In 1996 verhuisde Vaarkamp van de Hessenweg naar de Max Planckstraat en acht jaar later kocht de huidige directeur het bedrijf.
Vergeleken met zestig jaar geleden is vooral het aspect veiligheid enorm veranderd, meent Jacobs. „Wanneer je tegenwoordig langs de weg werkt, is het heel belangrijk om goede afzettingen neer te zetten en opvallende kleding te dragen. Ga je in de grond graven, dan is het absoluut noodzakelijk om vooraf na te gaan welke kabels en leidingen er lopen. Het zijn er heel wat meer dan vroeger.”
Aan de horizon ziet Jacobs wel enkele donkere wolkjes. „De vraag op de groenmarkt stagneert al enkele jaren, terwijl de concurrentie hevig is.”
Ook de bezuinigingen van de overheid op buitengebiedbeheer baren hem zorgen. „Een aantal gemeenten zet tegenwoordig in op ecologisch wegonderhoud. Niet meer borstelen en vegen, maar stomen. Het onkruid gaat daarbij weliswaar dood, maar de bruine resten blijven gewoon liggen. Geen gezicht! Bovendien zijn de plantjes na een week of zes weer springlevend.”
Toch ziet de Edese ondernemer de toekomst met vertrouwen tegemoet. Jacobs: „We zijn een gezond bedrijf met een jaaromzet van 7 miljoen en een solide winst, hebben een breed machinepark met unieke apparaten, beschikken over ervaren personeel en bieden kwaliteit tegen scherpe prijzen. Het is niet voor niets dat we de afgelopen jaren steeds boven in de aanbestedingslijsten eindigden. We denken zelf dat we leuk meedoen.”